Welkom bij Plantenwandeling !

De flora van de Périgord in het zuid-westen van Frankrijk is rijk en gevarieerd net zoals zijn landschappen. Dat nodigt uit tot allerlei plantaardige ontmoetingen, zoals u kunt zien in dit blog. U vindt hier de portretten van een honderdtal wilde planten die hier groeien. Met de seizoenen mee worden nieuwe soorten toegevoegd.

Corine, botanicus en fotograaf, organiseert voor u wandelingen en andere activiteiten in de natuur rondom flora en vegetatie van de Périgord. Wilt u meer weten? Kijk op www.baladebotanique.fr.

Veel plezier !


N.B.
Met ingang van juni 2020 stopt de nederlandstalige versie van dit blog. De franstalige en engelstalige versies gaan gewoon verder. U kunt ze HIER en HIER vinden.



23 december 2014

Eiken


Elke eikesoort heeft zijn eigen voorkeur wat betreft grondsoort en bodemgesteldheid. In de Périgord zijn de verschillende grondsoorten vaak vlak bij elkaar te vinden. Sommige soorten eiken zijn vaak nabije buren.

Dit is onbetwistbaar een jonge Donzige Eik (Quercus pubescens).





De foto is gisteren genomen an de rand van een bos op kalkgrond, toen het voor het eerst deze winter vroor. Hij heeft nog levende bladeren, normaal voor een jonge boom, vooral in een zachte herfst als dit jaar. Donzige eiken houden vaak hun dode bladeren de hele winter aan hun takken. Het golvend blad, met kleine oorvormige lobjes aan de basis is kenmerkend voor deze soort.



Behalve kastanjebladeren zijn hieronder eikebladen met diepe insnijdingen te zien. Ze zijn van een grote Pyreneëeneik (Quercus pyrenaica) gevallen. Deze groeit op dezelfde zure grond als de kastanje, hij houdt helemaal niet van kalk.


De Pyreneëneik is makkelijik te herkennen aan zijn bladeren. Deze zijn diep ingesneden met lange lobben en vaak tamelijik groot, zoals het blad rechtsboven. De bladeren zijn ook donzig (veel donziger dan die van de Donzige eik) maar dat is niet meer te zien aan de gevallen bladeren.

Het blad hieronder is gevallen op een diepe kleiige bodem. Op het zicht zijn er meerdere soorten te zien. De Donzige eik, maar ook een paar bladeren die van de Wintereik (Quercus petraea) zouden kunnen zijn.






Deze eik komt niet veel voor in de Périgord. Hij heeft vlakke, nogal regelmatig gevormde bladeren met een wigvormige basis en een lange bladsteel. En ja, op deze plek groeien een paar statige eiken met stammen die doorlopen tot hoog in de smalle kroon, typisch voor deze soort. Maar, met eiken is het niet gemakkelijk, ze vormen makkelijk hybriden onder elkaar en kennen een grote variabiliteit.

22 december 2014

Gewone Steenbreekvaren


Een typisch Perigordijnse omgevibng voor dit kleine varentje. De Gewone Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes subsp. quadrivalens) heeft domicilie gekozen op een half ingestorte muur van een voormalige boerderij in het bos, verlaten tijdens de uittocht van het platteland in de vorige eeuw.



Hangende bladeren verschijnen tussen de stenen.



Hier groeit de gewone Steenbtreekvaren op een oude boomstronk bedekt met mos en klimop. De regen laat de kleine blaadjes nog meer glanzen.






8 december 2014

Gevlekte dovenetel


Nabij rivieren in de Dordogne vindt men moerassige grond die niet zonder meer geschikt is voor landbouw. Men heeft er populieren geplant, om vocht aan de bodem te onttrekken en om de opbrengst van het snel groeiende hout. Dus langs de Vézère en de Dordogne bevinden zich grote percelen met populieren, de bomen in rechte rijen geplant. Nogal monotoon, maar desondanks groeien er veel bloeiende planten, en als het onderhoud te wensen overlaat ook struiken en andere boomsoorten. Hier is de bodem bedekt met Gevlekte dovenetel (Lamium maculatum), een vaste plant met vierkante stengels, die met zijn uitlopers in korte tijd een groot oppervlak kan bedekken.









Hij bloeit bijna twaalf maanden per jaar, tenminste als de winter zacht is en de zomer niet te droog en heet. De onderlip van de bloemen is altijd gevlekt, soms zijn de bladeren dat ook.





25 november 2014

Zachte naaldvaren


Veel varens verliezen hun bladeren pas aan het eind van de winter of in het voorjaar. Maar wie deze soort in volle glorie wil zien moet zich haasten, want in een paar weken raakt hij zijn blad kwijt. Deze magnifieke Zachte naaldvaren (Polystichum setiferum) groeit in een donker dal, in de buurt van een kleine bron.



De lange bladen zijn soepel en zacht om aan te raken. Het blad is dubbel geveerd, de blaadjes zijn op hun beurt samengesteld uit nog kleinere blaadjes. Deze laatste zijn getand en elke tand eindigt in een zachte punt. Op de foto hieronder, in de zomer genomen, is een jonge plant te zien. De bladen zijn enkelvoudig geveerd en de puntige tanden van de deelblaadjes zijn duidelijk te zien. Opvallend voor deze soort is het brede onderste deel aan één kant van elk blaadje, als de duim van een want.







31 oktober 2014

Bergsteentijm


Twee of drie jaar geleden zijn er haagbeuken in dit bos gekapt. De Adelaarsvarens zijn gebleven en op de plaats van de bomen groeit nu een geurend tapijt van paarse bloemen.


Ondanks zijn naam houdt Bergsteentijm (Calamintha menthifolia) vooral van bosranden waar een beetje meer licht is dan onder de bomen. Hij heeft een aangename geur die doet denken aan munt.


Ook de blaadjes lijken op die van sommige muntsoorten. Hier probeert een jonge wants zich te verstoppen onder een ervan.



 

Deze warme en zonnige herfst gaat de Bergsteentijm almaar door met het maken van nieuwe bloemetjes.







21 oktober 2014

Liggend bergvlas


Een piepklein plantje is verstopt tussen het korte droge gras. Het Liggend bergvlas (Thesium humifusum) is maar een paar centimeters groot en bijna onzichtbaar behalve voor een paar miniatuurbloemetjes als kleine witte sterren.





Met goed zoeken tussen de warboel van grasjes en mos is de penwortel te vinden van waaruit de takjes  zich uitspreiden. Deze takjes en ook de blaadjes zijn een beetje dikkig zoals bij vetplanten, maar om dàt te zien heb je bijna een loep nodig.



29 september 2014

Speerdistel


Einde seizoen.



De laatste bloemen van de Speerdistel (Cirsium vulgare).



17 september 2014

Driedistel


In een droog schraal grasland of een open plek tussen de eiken groeit een kleine distel met vertakkingen in de vorm van een kandelaar.


Dat is de Driedistel (Carlina vulgaris).

Op en ochtend aan het eind van de zomer was het grasland bedekt met spinnewebben, de Driedistel inbegrepen.


De dunne behaarde bladeren zitten vol stekels. Een bloemhoofdje met kleine buisbloemen is omgeven door geelwitte glanzende stroschubben.


Ook na de bloei is de polant mooi. De stroschubben blijven zitten gedurende een groot deel van de winter, zodat het lijkt alsof de Driedistel alsmaar doorbloeit. Als het regent sluiten de bloemhoofdjes zich, en bij droog weer gaan ze weer open, en dan komen de parachuutjes van het zaadpluis te voorschijn, die zich op de wind verspreiden.



9 september 2014

Wilde marjolein


Wilde marjolein (Origanum vulgare) ruikt erg lekker. Inderdaad, hij is te gebruiken in de keuken, net zoals zijn gekweekte neefje.


Net zoals munt, basilicum en tal van andere geurende en eetbare planten bohoort de Wilde marjolein tot de Lipbloemen-familie (Lamiaceae). Alle lipbloemen hebben tegenoverstaande bladeren, een vierkante stengel en tweezijdig symmetrische bloemen.


Wilde marjolein is erg algemeen. Op sommige plaatsen vormen de trossen vuilroze bloemen grote groepen, zoals hier aan de rand van een pad.



22 augustus 2014

Gewone engelwortel


Tussen hooiland en beek is een zone van dichte begroeiing.



Allemaal planten die van een vochtige omgeving houden. Hier zijn onder andere te zien Koninginnekruid (Eupatorium cannabinum) met rose bloemen, en de witte bloemschermen van de Gewone engelwortel (Angelica sylvestris).




Op de bloemen van de Gewone engelwortel drinkt een Keizersmantel (Argynnis paphia) nectar.



Een vlieg, een wants en een hommel zijn druk bezig op de vruchten van de Gewone engelwortel. Wat doen ze daar?



7 augustus 2014

"Sikkelwolfsmelk"


Nog een plant van graanakkers.






In akkers op droge kalkrijke grond is deze kleine "Sikkelwolfsmelk" (Euphorbia falcata, geen Nederlandse naam) te vinden. Zoals alle wolfsmelken heeft hij wit kleverig melksap dat zichtbaar wordt bij het breken van een stengel of blad. Met het verdwijnen van landbouw zonder onkruidbestrijding en kunstmest is hij zeldzaam geworden in de streek, maar soms groeien ergens nog een paar exemplaren van Sikkelwolfsmelk.






 De bloemen van wolfsmelk zijn klein en groen of gelig, in dit geval goed verstopt tussen hartvormige schutbladeren.





27 juli 2014

Straalscherm


Zomer, vroeg in de ochtend, lichte mist.



Vroeger werd er op dit veld tabak verbouwd, maar het is al sinds lang verlaten. Enige houtige planten, waaronder Jeneverbes (Juniperus communis) hebben tijd gehad om te groeien. Tussen de jeneverbessen hebben tal van planten een plek gevonden en ze bloeien overvloedig. Hier is buitengewone bloei te vinden in paars, geel en wit; respectievelijk Echte gamander (Teucrium chamaedrys), Tripmadam (Sedum rupestre) en Straalscherm (Orlaya grandiflora).








Voor het Straalscherm is 2014 een goed jaar. Nu is de bloei nagenoeg voorbij en overal waar de bloemen waren zijn nu de kleine vruchtjes met weerhaakjes te vinden.






Hier en daar is nog een enkele bloem te vinden.



19 juli 2014

Wolsla


Dit graanveld is rijk aan wilde bloemen.


In deze hoek springt het oranje van de klaprozen direct in het oog, en ook een massa gele bloemen. Twee planten die van ruderale plekken houden, zoals deze akker die is geploegd en ingezaaid maar waar verder geen onderhoud aan is gepleegd.



De gele bloemen zijn van Wolsla (Andryala integrifolia). Deze bloeit vanaf het begin van de zomer met heel veel citroengele bloemhoofdjes.




In het tegenlicht is goed te zien dat stengels en bladeren bedekt zijn met een viltige beharing.




2 juli 2014

Bergalant


De heuvels van de Dordogne zijn geen bergen, maar hij is hier toch te vinden: de Bergalant (Inula montana). Onmogelijk om hem te missen met zijn opvallend gele bloemen.





Zelfs wanneer, zoals dit jaar, het gras in de kalkgraslanden waar hij thuis is, hoog en dicht is gegroeid.




Stengels en blad zijn bedekt met grijswitte haren waardoor ze er viltachtig uitzien.



22 juni 2014

Bergnachtorchis


Wie deze mooie orchidee nog in bloei wil zien moet opschieten. Het seizoen van de Bergnachtorchis (Platanthera chlorantha) is bijna over.








Hier een laatste exemplaar, verstopt in het hoge gras.





21 juni 2014

Caucalis


Een akker op droge stenige grond. Er groeit weinig graan maar er staan veel wilde bloemen.




De landbouwer heeft niet veel kunstmest gestrooid en hij heeft ook niet aan onkruidbestrijding gedaan, en hier groeien planten die elders allang verdwenen zijn. Zoals bijvoorbeeld de Caucalis (Caucalis platycarpos), die bloeit en vrucht zet vòòr de oogst en vòòr de hete en droge zomermaanden.



Hier, in de laatste stralen van de ondergaande zon, een paar schermen met vruchten bedekt met kleine weerhaakjes.


4 juni 2014

Paarse bremraap


De bremrapen schieten de grond uit. Het zijn planten zonder chlorofyl met geelwitte of bruinige stengels, soms paars aangelopen. Bremrapen parasiteren op de wortels van andere planten en elke soort heeft zijn eigen voorkeur wat betreft de gastheer.





De Paarse bremraap (Orobanche amethystea) groeit op de Echte kruisdistel (Eryngium campestre). Links op de foto twee Paarse bremrapen, rechts een blad van de Echte kruisdistel.


 





De bloemen zijn buisvormig met een drielobbige onderlip. Aan de buitenkant van de bovenlip zijn wittige klierharen te zien.

25 mei 2014

Bevertjes


In mei bloeien overal de grassen. De meeldraden wapperen op de wind als kleine vlaggetjes. Hier Bevertjes (Briza media).







24 mei 2014

Nachtsilene


Tussen het gras aan een bosrand groeien deze elegante bloemen. De Nachtsilene (Silene nutans) heeft kleine hangende bloemen. Hier zijn ze rose.





Meestal zijn de bloemen wit, maar ook rose of wijnrode komen voor, zoals hieronder. Een mengsel van zachte kleuren op dunne stelen.







Overdag zien de bloemen er wat verlept uit. De nachtsilene bloeit 's nachts, en overdag krullen de bloemblaadjes zich naar achteren.



Het is ochtend, de zon is op, wij gaan slapen. Welterusten!

20 april 2014

Expositie

 

 

Expositie

"Photographies d'une naturaliste" 

  van 2 mei tot 14 juni 2014

 

In  galerie Phi2 in Villamblard worden een dertigtal van mijn foto's geëxposeerd. 
 -
De galerie is geopend op vrijdag en zaterdag tussen  10h-12h en 15h-18h, en buiten openingstijden op verzoek als un  belt met  06 82 81 13 74 (frans en engels).
 -
 55 rue Gabriel Reymond
24140 Villamblard
Tel : 06 82 81 13 74







9 april 2014

Paarse aspergeorchis


Vreemde paarse asperges komen uit de grond tevoorschijn. Ze groeien op een zonnige plaats in een schraal eikenbos, op droge kalrijke grond, of zelfs in een truffelboomgaard. Wat is het?  Een wilde orchidee, de Paarse aspergeorchis (Limodorum abortivum).



 
Vanuit de ondergrondse wortels schieten nieuwe spruiten omhoog. In een paar weken vormen ze cirkels van dieppaarse stengels met grote paarse bloemen.
 
 
De bloemen gaan alleen maar open als het echt mooi weer is. Als het donker en regenachtig is, blijven ze dicht. De plant is vaak kleistogaam, ze bevrucht zichzelf met haar eigen stuifmeel voordat de bloemen open gaan. Soms maakt de Paarse aspergeorchis ondergrondse bloemen die het daglicht nooit zien.


23 maart 2014

Kandelaartje


Op een oud stenen muurtje groeit tussen het mos een piepklein rood aangelopen plantje: het Kandelaartje (Saxifraga tridactylitis).



Het kandelaartje leeft maar kort, in een paar weken zijn de zaden ontkiemd en is de plant voor de dag gekomen, nu bloeit hij en heel gauw zal hij zaad gemaakt hebben en sterven. Op dit moment zijn er heel veel van deze kleine kortlevende plantjes. Op de foto hieronder groeit tussen drie Kandelaartjes een exemplaar van een andere soort, de Vroegeling (Erophila verna).

11 maart 2014

Sleedoorn


De Sleedoorn (Prunus spinosa) heeft ook een massa witte bloesem. Nu begint hij te bloeien, lang voor de bladeren verschijnen.





De bloesems van de Sleedoorn zijn kleiner dan die van de Pruim. Ze zitten op bijna zwarte twijgen. In de herfst geeft hij kleine wrange blauw berijpte vruchten.














Meestal vormt hij struiken van minder dan 1.50 hoog. De Sleedoorn woekert, vanuit de wortels komen steeds nieuwe takken omhoog en de plant kan een groot oppervlak bedekken. De dichte massa van takken met grote doorns is letterlijk ondoordringbaar. Eind maart zijn bosranden, ruige veldjes en wilde hagen bedekt met de witte bloesem als een laag sneeuw.



9 maart 2014

Kerspruim


De Kerspruim (Prunus domestica) is de eerste Prunus die bloeit.



Deze kleine boom is van oorsprong gecultiveerd, hij wordt veel gebruikt als onderstam voor fruitbomen, maar hij groeit vaak in het wild.  Bijvoorbeeld tussen de struiken die een natuurlijke haag vormen om bouwland, maar ook midden in een bos.





Hij bloeit met een massa zuiver witte bloemen. Elke bloem is gesteeld, en heeft een stamper omgeven door een twintigtal meeldraden.






Zoals bij alle Prunusen is de bast glad en glanzend, met fijne horizontale strepen en kurkige randen.

In de zomer komen de kleine pruimen. Geel, rood of blauw, rond of ovaal, al naar gelang de ondersoort. Het is de moeite waard om een goede boom uit te zoeken. Sommige hebben vruchten die melig of zuur zijn, maar meestal zijn ze zoet en smakelijk.