Welkom bij Plantenwandeling !

De flora van de Périgord in het zuid-westen van Frankrijk is rijk en gevarieerd net zoals zijn landschappen. Dat nodigt uit tot allerlei plantaardige ontmoetingen, zoals u kunt zien in dit blog. U vindt hier de portretten van een honderdtal wilde planten die hier groeien. Met de seizoenen mee worden nieuwe soorten toegevoegd.

Corine, botanicus en fotograaf, organiseert voor u wandelingen en andere activiteiten in de natuur rondom flora en vegetatie van de Périgord. Wilt u meer weten? Kijk op www.baladebotanique.fr.

Veel plezier !


N.B.
Met ingang van juni 2020 stopt de nederlandstalige versie van dit blog. De franstalige en engelstalige versies gaan gewoon verder. U kunt ze HIER en HIER vinden.



12 december 2010

Rijp

De eerste zonnestralen na een koude nacht. De dode schermen van de Kleine bevernel (Pimpinella saxifraga) zijn bedekt met rijp.

10 december 2010

Stinkend Nieskruid

In een bos groeit dit vreemde uitsteeksel, fel afstekend tegen de handvormige bladeren van afgelopen seizoen.


Het is de nieuwe scheut van het Stinkend Nieskruid (Helleborus foetidus). En ja het stinkt, wrijf maar een blad tussen de handen.


In febrari of begin maart is de scheut uitgegroeid tot een bloeistengel met hangende, klokvormige bloemen. Ze lijken erg op de gekweekte Kerstrozen die eigenlijk met Kerst moeten bloeien (maar dat vaak niet doen ...). Ze horen tot hetzelfde geslacht.

31 oktober 2010

Herfstkleur

De bomen veranderen van kleur.


Chlorofyl produceert energie in de boom en geeft de bladeren hun groene kleur. In de herfst als er minder licht is en de dagen en nachten kouder worden, raken de nerven van de bladeren verstopt. Het transport van water en mineralen wordt onderbroken en het blad kan geen nieuw chlorofyl meer maken. Als het chlorofyl dat er nog is, is opgebruikt, verliest het blad zijn groene kleur. Andere pigmenten, vooral gele en oranje carotenoiden, waren de hele zomer aanwezig maar pas nu worden ze zichtbaar.

Bladeren van een Noorse esdoorn (Acer platanoides) zijn in de beek gevallen. In het groene blad onderin is nog chlorofyl te zien tussen de bladnerven, elders overwegen andere pigmenten.


De veranderingen in de stofwisseling in de plant, de afname van de hoeveelheid licht, en het dalen van de temperatuur maken chemische processen mogelijk die resulteren in de vorming van andere pigmenten. Zoals hieronder rode anthocyaniden in de Gewone braam (Rubus fruticosus) na de eerste nachtvorst.

24 september 2010

Twee herfstbloeiers

Een paar bloemetjes die alleen maar nu te vinden zijn.

Dit is de Scilla autumnalis, die geen Nederlandse naam heeft. Laten we zeggen Herfst-sterhyacint. Hij groeit op droge, kale grond en komt niet algemeen voor in de Dordogne, de kans hem tegen te komen is dus niet groot. Temeer daar hij erg klein is: een grote plant meet 10 centimeter. En hij bloeit maar twee weken, en de rest van het jaar leeft hij, net zoals andere sterhyacinten, grotendeels als bol onder de grond. Met hard zoeken is het mogelijk na de bloei de kleine grijsgroene blaadjes te vinden.


Dit jaar waren de Herfst-sterhyacinten laat. Waarschijnlijk omdat de zomer zo droog was, laten ze nu pas hun lila sterretjes zien.


Normaal bloeien er honderden Herfstschroeforchissen (Spiranthes spiralis). Althans als je zoekt in schrale, droge kalkgraslanden, een soort milieu dat niet zo heel veel voorkomt. Maar dit jaar heb ik er maar twee gevonden, ook later dan gewoonlijk.


Dit is het portret van de eerste.


Honderd meter verderop groeide de tweede. Van deze een paar bloempjes in detail. Het zijn echte miniatuur-orchideeën. De blauwe achtergrond komt van een steen die er toevallig lag.

13 september 2010

Wingerden

Of is het Wingerds? Hun gloeiend rode bladeren beginnen nu te verschijnen op muren en in bomen. Er zijn grofweg drie soorten wingerds, allemaal met kleine blauwzwarte bessen die erg op druiven lijken. Geen wonder, net zoals de wijnstok horen ze tot de familie der Vitaceae.



De eerste, hierboven, is de Valse wingerd (Parthenocissus inserta). Deze klimt in bomen die soms helemaal overdekt worden door de guirlanden en is regelmatig buiten tuinen te vinden. Hij heeft bladeren die verdeeld zijn in vijf afzonderlijke blaadjes.


De bladen van de Vijfvingerige wingerd (Parthenocissus quinquefolia) lijken erg op die van de vorige soort. Hij is te vinden op muren. Op deze foto van afgelopen winter is goed te zien hoe de ranken zich met kleine zuignapjes op het oppervlakvastzetten.

Deze twee soorten zijn oorspronkelijk Noordamerikanen, de volgende soort komt uit Azië.



De Oosterse wingerd (Parthenocissus tricuspidata) heeft ongedeelde bladeren met drie, vijf of meer lobben. De jonge blaadjes, in het voorjaar, hebben vaak een rode rand.

10 september 2010

Jeneverbes

Op nevelige septemberochtenden veranderen de Jeneverbessen (Juniperus communis) zich in voortijdige kerstbomen. Ze zijn bedekt door spinnewebben die zichtbaar worden door de dauwdruppeltjes. De spinnen zijn daar omdat de jeneverbessen vol kleine insecten zitten die er man alles te eten vinden. De bessen zijn ook voor ons eetbaar. Ze hebben een karakteristik aroma en een bitterzoete smaak. Lekker in de zuurkool. Ja, oerhollandse jenever dankt zijn naam aan deze bessen, maar in moderne jenever is nauwelijks een spoor van jeneverbes te vinden.


Hier zijn een paar vrouwelijke takken met bessen. Ze hebben bijna twee jaar nodig om te rijpen en krijgen dan pas hun blauwe kleur.


In april-mei bloeit de Jeneverbes. Dit is een mannelijke plant op het punt van bloeien. Jeneverbessen zijn windbestuivers, bij het aanraken vliegen wolken stuifmeel op en lijkt het wel alsof er rook rondom de struiken hangt.

1 augustus 2010

Wilde peen

Vergeten te maaien... In dit droge grasland groeit de Wilde peen (Daucus carota) tot op schouderhoogte. De Wilde penen ruiken naar peen van de groenteboer, maar de wortels zijn oneetbaar en vaalwit van kleur.

De gele vlekken tussen de Wilde peen zijn van het Bitterkruid (Picris hieracioides).

In een bloemscherm dat afsteekt tegen een vale augustushemel is het typisch bouwpatroon van de Apiaceae goed te zien. Waar de stengel ophoudt zit een omwindsel van smalle, gespleten blaadjes. Het scherm zelf bestaat uit enige tientallen schermpjes, elk met een omwindseltje van kleine rechte blaadjes en een bundel kleine witte bloempjes op steeltjes. De beginnende vruchtjes zijn zichtbaar als zwarte puntjes.

Middenin, een eindje boven de stengel, is een donkerder vlek zichtbaar. In ongeveer de helft van de Wilde penen zijn schermen te vinden met in het midden wijnrode bloemen.

Meestal zijn deze bloemen klein en onvolledig gevormd, maar hier hebben ze zelfs meeldraden.

9 juli 2010

Vlottende waterranonkel

Eind mei dreven overal in de Dordogne grote velden van miljoenen kleine witte bloempjes van de Vlottende waterranonkel (Ranunculus fluitans). De planten wortelen in de bodem in ondiep water en de lange stengels bereiken de oppervlakte. Vaak raken ze ontworteld en worden dan stroomafwaarts meegenomen door het water.


Na de zware regenval in de eerste week van juni was het water gestegen en de Vlottende waterranonkel nagenoeg verdwenen.

Maar nu, na een paar weken mooi weer, is de Dordogne gekalmeerd en zijn ze er weer.


Tot vreugde van deze Weidebeekjuffer, die haar eitjes aan het leggen is tussen de ondergedoken stengels.


Voor honderden zwanen is genoeg te eten te vinden in de plakken Vlottende waterranonkel. Zo ook voor dit paar.

9 juni 2010

Gele Morgenster

Zoals de naam al suggereert bloeit de Gele Morgenster (Tragopogon pratensis) alleen op zonnige ochtenden. Hier is er eentje met een paar bezoekers.


Net zoals de meeste andere leden van de familie van de Asteraceeën maakt de Gele Morgenster na de bloei zaadpluizen. De bloemhoofdjes veranderen in pluizebollen zo groot als een tennisbal.


Omdat ze zo groot zijn, zijn de details van elk zaadpluisje goed te onderscheiden. Elk zaadje is het handvat van een paraplu waarvan de baleinen onderling verbonden zijn door een dun, spinnewebachtig weefsel.

2 juni 2010

Hondskruid

Het Hondskruid (Anacamptis pyramidalis) is een veel voorkomende orchidee in de Périgord. In mei bij het begin van de bloei zijn de bloemhoofdjes klein en driehoekig, nu, in juni, worden ze meer langgerekt.

Het Hondskruid groeit in wegbermen en in grasland. Bij het maaien verspreidt de sterke zoete geur zich met het gemaaide gras.

28 mei 2010

Grote Klaproos

De zaden van de Grote Klaproos (Papaver rhoeas) hebben losse aarde nodig om te kunnen kiemen. Daarom groeit hij vooral in graanakkers die afgelopen winter of vroeg in het voorjaar geploegd zijn.

Het zaad kan jaren in de grond liggen wachten tot de tijd rijp is. Dan is er in één klap een explosie van bloemen.

5 mei 2010

Purperorchis

Alle bloemen van de Purperorchis (Orchis purpurea) lijken op poppetjes met donkerrode hoeden, maar ...


sommige dragen wijde jurken,

of een zouavenbroek met ethnisch motief,


terwijl anderen de voorkeur geven aan nauwsluitende mouwen ...


... met harige paarse stippels.

Wie zei er dat planten niet aan mode doen?

19 maart 2010

Vroegeling

Dit miniatuurplantje is de Vroegeling (Erophila verna). Andere planten van de Brassicaceae, of Kruisbloemigenfamilie, zoals Mosterd en Pinksterbloem, zijn vergeleken met hem echte reuzen. Zelfs vergeleken met een normale denneappel is het een klein gewasje.


Hoewel je er makkelijk overheen kijkt is de Vroegeling niet moeilijk te vinden. Wie zijn neus bij de grond houdt op bijvoorbeeld een droge plek naast de weg of op de middenberm van een zandpad zit er zomaar middenin.

14 maart 2010

Voorjaarsviooltjes

Dit is het Maarts viooltje (Viola odorata). Het trekt zich niets aan van de kou.

En dit is het Harig viooltje (Viola hirta). Ook vroegbloeiend.


Ze lijken nogal op elkaar. Meestal begint het Maartse viooltje wat eerder te bloeien dan het Harig viooltje, maar niet altijd. Meestal is het Maartse viooltje wat donkerder, en het Harig viooltje wat hariger, maar niet altijd. Bladeren en bloemen van de eerste zijn meestal wat ronder, die van de laatste wat langwerpiger, vaak. Het Maarts viooltje ruikt soms naar viooltjes, het Harig viooltje is geurloos. Het Maarts viooltje heeft soms uitlopers, de ander nooit. In de meeste gevallen groeit het Harig viooltje op wat drogere en zonniger plaatsen dan het Maarts viooltje. Enzovoorts, enzovoorts.

Hoe ze uit elkaar te houden? Door te kijken door meer kenmerken tegelijk, en zelfs dan is een vergissing zo gemaakt.

Maar is dat erg?

8 maart 2010

Zwarte Els

De Zwarte Els (Alnus glutinosa) groeit alleen op vochtige grond. In beekdalen geeft vaak een lint van Zwarte Elzen aan waar de beek loopt.

In de winter, als de bosarbeiders weer weg zijn, liggen er nog stapels stammen. Die van de Zwarte Els zijn herkenbaar aan hun diep oranje kleur.

De bomen bloeien nu nog niet. De vrouwelijke katjes van vorig jaar zitten nog steeds aan de takken. Ze zien eruit als kleine zwarte denneappeltjes. De nieuwe mannelijke katjes beginnen al langer te worden in voorbereiding op de bloei.

23 februari 2010

Kraanvogels

De kraanvogels zijn terug!

Een paar dozijn van de duizenden die terugkeren uit het noorden, cirkelend onder de maan van vanmiddag.

15 februari 2010

Vogelnestorchis

Zeven graden onder nul vanmorgen vroeg, en de sneeuw wil maar niet smelten!
Tussen de dorre bladeren en de laatste resten sneeuw steekt deze bruine spriet omhoog.


Het is een dode stengel met lege zaaddozen van de Vogelnestorchis (Neottia nidus-avis).


In mei, toen de Vogelnestorchissen bloeiden, waren ze ook bruin, alleen wat bleker. Ze hebben geen bladgroen, maar halen hun energie uit de wortels van andere planten. Als je geen fotosynthese hebt, heb je ook geen zonlicht nodig en kun je groeien in een schaduwrijk bos met dichte kruinen. De Klimop (Hedera helix) op de foto heeft wél fotosynthese, maar blijft groen in de winter. Na het vallen van de bladeren bereikt het zonlicht de bosbodem wel.

27 januari 2010

Adelaarsvaren

Een laagje rijp doet de Adelaarsvaren (Pteridium aquilinum) veranderen van kleur en stemming.

Van zacht bruingrijs ...

... via wollig wit en ijzig blauw ...

... naar goud met een zilveren randje en nachtblauw.

20 januari 2010

Winterkleur

Om somber van te worden, die natte donkere winter, grijs en bruin en zwart en nog eens grijs ...

Heldergroen met goud omgeven, lichrgrijze strepen, roze gespikkeld, mossen en korstmossen doen hun best om er wat kleur in te brengen.

11 januari 2010

Sneeuw!

Er is sneeuw, en zon ...


En een zwarte hond is pas écht zwart in de sneeuw!