Welkom bij Plantenwandeling !

De flora van de Périgord in het zuid-westen van Frankrijk is rijk en gevarieerd net zoals zijn landschappen. Dat nodigt uit tot allerlei plantaardige ontmoetingen, zoals u kunt zien in dit blog. U vindt hier de portretten van een honderdtal wilde planten die hier groeien. Met de seizoenen mee worden nieuwe soorten toegevoegd.

Corine, botanicus en fotograaf, organiseert voor u wandelingen en andere activiteiten in de natuur rondom flora en vegetatie van de Périgord. Wilt u meer weten? Kijk op www.baladebotanique.fr.

Veel plezier !


N.B.
Met ingang van juni 2020 stopt de nederlandstalige versie van dit blog. De franstalige en engelstalige versies gaan gewoon verder. U kunt ze HIER en HIER vinden.



30 december 2017

Beuk


Beuken (Fagus sylvaticus) zijn niet algemeen in de Périgord. Vroeger waren er meer maar ze zijn verdwenen. Hier en daar zijn er nog wat te vinden, in een verborgen donkere vallei, of zoals hier, op de steile helling aan de linkeroever van de Dordogne. Hier komt maar zelden de zon.





Veel bomen zijn omgevallen. Het bos wordt niet langer onderhouden, de toegang met grote bosbouwmachines is onmogelijk op de steile helling en de prijs van het hout rechtvaardigt niet het omhakken en weghalen van de stammen. De bomen sterven hier een natuurlijke dood.






Een dode boomstam, waarschijnlijk van een Linde, is in de rivier gevallen, en de bladeren van de Beuk vielen er bovenop. In de Périgord groeien de beuken meestal samen met andere loofbomen als Eiken, Haagbeuken, Kastanjes en soms ook de Linde. 









Beuken zijn statige bomen met spectaculaire herfstkleuren. De brons- of koperkleurige bladeren blijven aan de takken tot diep in december.






Alle grote bomen beginnen klein.



26 november 2017

Kalkbedstro




Bevroren mist geeft een laagje wit aan alle planten. ook aan het Kalkbedstro (Asperula cynanchica), een plant van stenige plaatsen en kalkgraslanden, die bloeit vanaf het einde van de zomer tot in de winter. Hij houdt van droog warm weer maar verdraagt kennelijk goed de eerste winterkou.





Je kunt niet zeggen dat het een opvallende plant is. Laten we zeggen wat grijzig. De fijne stengels en smalle blaadjes zijn wat grijzig groen, zelfs de witrose bloempjes hebben wat grauws. Blad is er niet veel, de meeste fotosynthese vindt plaats is de stengels.






Zoals bij de meeste planten van de Walstrofamilie (Rubiaceeën) vormen de vier lobben van de buisvormige bloemkroon een kruis, en na de bloei zijn er twee ronde vruchtjes per bloem.




Om er schoonheid in te zien moet je ze van dichtbij bekijken...





... en nog een keer kijken.




25 november 2017

Watermuur


Na een koude nacht is de Watermuur (Myosoton aquaticum) niet in topvorm, hij laat het kopje een beetje hangen. Deze kleine plant met witte bloempjes bloeit in de nabijheid van water, zoals hier aan de oever van de Dordogne.







Hij groeit vaak temidden van brandnetels, maar stelt wat meer eisen aan zijn milieu. Allebei houden ze van stikstofrijke grond, maar Watermuur heeft daarnaast een echt vochtige omgeving nodig.





Hij is makkelijk te verwarren met een andere éénjarige met witte bloemen, de Vogelmuur. Dezelfde vorm, hetzelfde soort blad en bloemen. Maar de Watermuur wat groter.






Op de dag van de foto waren de bloempjes nauwelijks open vanwege de ochtendkou. De plant ziet er erg kwetsbaar uit maar desondanks kan hij langdurig bloeien tot diep in de winter.



27 oktober 2017

Paspalum distichum


Dit leuke kleine tropische grasje voelt zich prima in de Périgord. Paspalum distichum (geen Nederlandse naam) groeit op natte plaatsen waar het waterniveau vaak verandert, zoals hier in een dode arm van de Dordogne.







Hij wordt beschouwd als invasief omdat het snel een groot oppervlak kan bedekken. Dank zij zijn snel groeiende uitlopers en omdat hij veel sneller groeit dan andere planten van natte milieux, wint hij van de concurrentie. Paspalum distichum kan niet tegen kou, maar de laatste winters was het niet erg koud. Overigens, wilde eenden eten hem met genoegen.






Tijdens de bloei is hij makkelijk te herkennen, en de bloei duurt lang, de hele zomer door tot in november. Bovenaan iedere halm draagt hij twee aren, elk met donkerrode stempels en meeldraden.






De bladscheden zijn afgeplat en vaak rood aangelopen, met lange witte haren. Er is niet of nauwelijks een vliezig tongetje waar de schede overgaat in het blad.



24 oktober 2017

Duizendblad


Het heeft geregend en het weer is zacht deze maand oktober, dus het Duizendblad (Achillea millefolium) is weer begonnen te bloeien. Hij is een algemene plant van zonnige en grazige plekken zoals weilanden en wegbermen. De planten die nu bloeien hebben kortere bloemstengels dan in de zomer, misschien omdat ze minder tijd hadden om te groeien.






De bloemen lijken in schermen te groeien, de kleine twijgen die de bloemen dragen komen op dezelfde hoogte. Maar bij 'echte' schermbloemen, leden van de familie der Schermbloemigen (Apiaceae) stralen de bloemdragende takjes allemaal vanuit hetzelfde punt bovenaan de stengels, en dat is hier niet het geval. Duizendblad behoort tot een andere familie, de Composieten (Asteraceae).







Kenmerkend voor de Composieten zijn de samengestelde bloemen. Dat wat op een bloem lijkt is in feite een bloemhoofdje opgebouwd uit meerdere kleine lint- en/of buisbloemen. En bij het duizendblad vormen tientallen bloemhoofdjes tezamen een soort scherm. Elk bloemhoofdje heeft drie tot vijf lintbloemen met elk één rond wit kroonblaadje en in hun midden een paar beige buisbloemen. De hoeveelheid bloemen kan aanzienlijk zijn, men had de plant even goed 'Duizendbloem' kunnen noemen zonder onredelijk te zijn.








De bladeren zijn en groot deel van het jaar aanwezig. Bij maaien laten de messen ze onberoerd en later kan de plant nieuwe bloeistengels produceren. De bladeren zijn fijn verdeeld, de naam Duizendblad is evenmin onredelijk.


  

10 oktober 2017

Gladde iep


De bladeren beginnen te vallen, de Gladde iep (Ulmus minor) begint op tijd.






Zijn bladeren zijn regelmatig getand en asymmetrisch gelobd aan de voet. Dat laatste kenmerk is niet goed te zien op de foto hierboven.






Overigens is de Gladde iep een boom (of struik) vol symmetrie en regelmaat. De bladeren zitten op regelmatige afstanden aan de takjes...




 ... en, op hun beurt, zitten de takjes op regelmatige afstanden op grotere takken.

Op deze jonge bomen in de winter lijken de takken nogal dik. Nee, het is geen ziekte van de schors, het is kurkvorming. Dit verschijnsel doet zich ook voor op sommige andere boomsoorten zoals de Spaanse aak (Acer campestre). Richels van kurk of verdikte schors ontwikkelen zich langs de takken. Waarom? Dat is niet goed bekend, misschien is het een bescherming tegen kou of vraat. Blijkbaar lijdt de boom er niet onder.











In elk geval is het geen symptoom van de iepziekte, een schimmelinfectie die door kevertjes wordt overgedragen en die heeft geleid tot de dood van vele iepen in Europa. De iepziekte geeft ook veranderingen in de schors maar is vooral herkenbaar aan het bladverlies van grote takken, gevolgd door hun afsterven.

Men zegt vaak dat de iepen nagenoeg verdwenen zijn als gevolg van de iepziekte. In feite is dat niet waar, er zijn nog veel iepen, vooral jongere exemplaren. Met name geisoleerde bomen hebben overleefd. Omdat de ziekte grote takken en stammen nodig heeft om zich te ontwikkelen overleven de jonge uitlopers en planten. Ook lijkt het aantal Scolytus-kevers, de overbrenger van de ziekte, de laatste jaren af te nemen.

In de Périgord is de Gladde iep erg algemeen in hagen en langs bosranden, hij is ook een van de eerste houtige planten die zich vestigd op verlaten landbouwgronden.







De bloei is vroeg, in maart-april zijn de ovale gevleugelde vruchten er al, tegelijk met de nieuwe blaadjes.


17 september 2017

Stijve ogentroost


Stijve ogentroost (Euphrasia stricta) is een wat iele plant die in droog kalkgrasland groeit.








Nu, aan het eind van de zomer, heeft hij nog maar een paar bloemen bovenaan de stengels. De andere zijn al verlept of hebben vruchten gevormd.


 




Hoogzomer in een bloeiend grasland, Stijve ogentroost was nog omringd door zijn gastheren, bepaalde grasses en vlinderbloemigen. Gastheren? Ja, hij is een hemiparasiet, hij heeft chlorophyl maar hij voedt zich ook via de wortels van andere planten. Soms is dat goed zichtbaar, om hem heen zijn de grassen en kruiden zichtbaar kleiner en schraler.







De bloemen zijn klein en kleurig, met paarse strepen en een gele vlek op de onderlip. De bladeren en schutbladen zijn puntig getand.







16 september 2017

Kleine bevernel


Ze zijn overal te vinden op dit moment, de fragiele bloemschermen van de Kleine bevernel (Pimpinella saxifraga). Hij bloeit uitbundig in kalkgraslanden. De grond hoeft niet rijk en vruchtbaar te zijn, integendeel, droog en arm bevalt hem uitstekend.








De plant is kaal in de bovenste delen, met dunne gladde stengels. De stengels hebben nauwelijks bladeren, en die in het rozet op de grond zijn vaak bijna verdwenen tijdens de bloei.







Ziehier een paar bladeren van een rozet. Het lijkt wel alsof ze tot een andere soort behoren, zo groen en weelderig zijn ze. Maar nee, het is echt een Kleine bevernel.






Hier een bloeischerm dat vrucht draagt. De stralen hebben allemaal ongeveer dezelfde lengte. Veel Apiaceae - planten van de schermbloemfamilie - hebben een krans van schutblaadjes aan de basis van het scherm, maar deze soort heeft geen omwindsel.







De herfst komt eraan, de Kleine bevernel gaat nog even door met bloeien.


1 september 2017

Zandblauwtje


De foto hieronder dateert van twee weken geleden. Na de warmte van de afgelopen week zijn de blauwe bolletjes van het Zandblauwtje (Jasione montana) bijna allemaal verlept en is het veel moeilijker om de plant te vinden. Vooral als hij zich tussen hoog gras en bramen verstopt.








De ronde bloemhoofdjes zijn samengesteld uit een paar dozijn piepkleine klokvormige bloemen. Ja, het Zandblauwtje maakt deel uit van de Campanulaceeënfamilie, en hij heeft ook de typische blauwe kleur van deze familie.









Hij groeit in verwaarloosd grasland en aan bosranden op zandige grond, neutraal of zuur, vaak in lichte schaduw, en hij is niet erg algemeen in de Périgord.








Om zoveel bloemen te kunnen dragen heeft de plant blijkbaar veel stengels nodig.



15 augustus 2017

Ruig klokje


Een grote nogal onverzorgd ogende plant temidden van de bramen in een wat verruigde berm. Hij zit vol blauwe bloemen.









Het Ruig klokje (Campanula trachelium) maakt gedurende de hele zomer, en zelfs daarna, mooie blauwe of lila klokjes langs hoge stevige stengels. Hij houdt niet van volle zon, dus men vindt hem vooral in de schaduw van bomen. Soms in gezelschap van het veel kleinere Kluwenklokje dat wat vroeger bloeit.






De bloemen zijn harig, zelfs van binnen!






Ook de driehoekige bladeren zijn behaard. Hier die van een klein uitgevallen exemplaar net voor de bloei.




20 juli 2017

Kluwenklokje





Het Kluwenklokje (Campanula glomerata) groeit aan bosranden en in de bermen van wegen en paden. Hier is hij een beetje verstopt in de vegetatie langs een wandelpad; de Wilde marjolein met zijn roze bloemhoofdjes valt meer op.






De kleine diepblauwe klokjes zijn gegroepeerd  in hoofdjes langs en aan het eind van de stengel. Het Kluwenklokje begint te bloeien in juli en in augustus is het alweer over; het is een echte zomerplant.





Soms heeft een bloemhoofdje maar een paar bloemen, bij grotere exemplaren is het vaak beter voorzien.








De bladeren zijn langwerpig, hartvormig aan de basis en stengelomvattend.









19 juli 2017

Gevleugeld hertshooi


Het Gevleugeld hertshooi (Hypericum tetrapterum) bloeit uitbundig dit jaar. Hij kan bijna een meter hoog worden en hij groeit op moerassige of op z'n minst vochtige plekken.









De stengels zijn vierkantig met duidelijk geribde zijden. Er zijn veel bladeren, zittend en kruisgewijs tegenoverstaand, en bij bijna elk paar bladeren komen wel bloemen tevoorschijn.







Op de bladeren zijn kleine doorzichtige puntjes te zien, en soms ook zwarte puntjes. Net zichtbaar met het blote oog, met een loep is makkelijker. De zwarte puntjes zijn klieren , kenmerkend voor Hypericums. Het Gevleugeld hertshooi heeft er niet veel vergeleken met andere soorten hertshooi.





De bloemen zijn kleine sterren, vijf heldergele kroonblaadjes met een bos meeldraden die alle kanten uitgaat.








18 juli 2017

Klein glidkruid


Niet ver van de weg die een wat moerassige en venige zône doorkruist groeit het Klein glidkruid (Scutellaria minor). Deze heeft water en zure grond nodig en hier zijn allebei aanwezig. In de Périgord is dit soort habitat niet erg algemeen, maar in de open gedeelten van het bosgebied de Bessède komt het wel voor. De flora is hier bijzonder rijk, en anders dan op het veel drogere Jura- en Maastricht-krijt dat algemeen is in de Périgord.





Op de kelk van de bloemen van Klein glidkruid zit een vreemde bobbel, goed te zien op de foto. De bloemen zijn bleekroze, gestippeld met paarse honingmerken.






7 juli 2017

Brede lathyrus


Vroeg in de morgen zijn er nog dauwdruppels op de roze bloemen van de Brede lathyrus (Lathyrus latifolius). Ze verdwijnen snel als de zon meer kracht krijgt.







De plant gaat lang door met bloeien, zelfs in een hete zomer. De Brede lathyrus is  een vaste plant en hij is de grootste lathyrus die hier voorkomt, hij kan twee meter lang worden. Dat is niet direct te zien: met zijn ranken zou hij in omringende struiken en planten kunnen klimmen, maar meestal blijft hij dicht bij de grond.






Lathyrussen hebben meestal bladeren die bestaan uit twee langwerpige blaadjes met daartussen een al dan niet vertakte rank (maar er zijn uitzonderingen). De takken zijn vaak gevleugeld, met aan weerszijden een afgeplatte strook.

Brede lathyrus heeft een voorkeur voor randen, van velden, wegen en bossen. Hier groeit hij tussen de varens aan de rand van een kastanjebos. De lange peulen die zich beginnen te ontwikkelen zijn goed te zien.







Hij is een neefje van de Siererwt, een tuinlathyrus, maar in tegenstelling tot deze heeft de Brede lathyrus weinig geur.





2 juli 2017

Wilde cichorei


De grote prijs voor de blauwste bloem gaat hoogstwaarschijnlijk naar de Wilde cichorei (Cichorium intybus).





Op de foto hieronder geeft deze kleur een stevig contrast met het rijpe graan waarmee de plant omringd is. Hij groeit vaak in akkers, maar ook in tuinen, in wegbermen en op verruigde plekken is hij te vinden.







De takken zigzaggen in alle richtingen. Blad is niet meer te zien, dat is verdwenen bij het begin van de bloei.







Wilde cichorei is een zusje van de witlof en andijvie uit de tuin. Hij is eetbaar, maar de bladen zijn dermate bitter dat het niet aantrekkelijk is om ze in een salade te verwerken.



Wie de bloemen wil zien moet niet wachten tot het einde van de dag.







Anders loopt hij dikke kans alleen een groene plant te vinden, de bloemen openen zich alleen maar 's morgens en vroeg in de middag.