Welkom bij Plantenwandeling !

De flora van de Périgord in het zuid-westen van Frankrijk is rijk en gevarieerd net zoals zijn landschappen. Dat nodigt uit tot allerlei plantaardige ontmoetingen, zoals u kunt zien in dit blog. U vindt hier de portretten van een honderdtal wilde planten die hier groeien. Met de seizoenen mee worden nieuwe soorten toegevoegd.

Corine, botanicus en fotograaf, organiseert voor u wandelingen en andere activiteiten in de natuur rondom flora en vegetatie van de Périgord. Wilt u meer weten? Kijk op www.baladebotanique.fr.

Veel plezier !


N.B.
Met ingang van juni 2020 stopt de nederlandstalige versie van dit blog. De franstalige en engelstalige versies gaan gewoon verder. U kunt ze HIER en HIER vinden.



21 december 2018

Steenbreekvaren


In een Eikenbeukenbos op een helling waar de zon bijna nooit komt, hoog boven de rivier Dordogne, zijn een paar kleine verticale rotswanden. Hier, op de kalksteen, groeit dit kleine varentje.






Het is duidelijk een Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes), maar welke? In de Dordogne komen drie ondersoorten voor, en deze hier lijkt daar niet bij te horen.

In het algemmeen groeien Steenbreekvarens, inderdaad, op steen. Soms op muurtjes, maar ook op rotswanden zoals hier. Ze hebben allemaal lange bladen met een donkerbtuin gekleurde bladsteel met aan weerszijden kleine groene enkelvoudige deelblaadjes.






Dit is de meest algemene ondersoort van de Steenbreekvarens: Asplenium trichomanes subsp. quadrivalens. Hij heeft lange smalle bladen die geleidelijk smaller worden naar de top toe, met ovale deelblaadjes die nauwelijks getand zijn en regelmatig van vorm.

De ondersoort hieronder komt vooral voor op verticale kalksteenwanden die wat overhangen, zoals bij de ingang van grotten.





Deze Steenbreekvaren 'met dikke bladsteel' (Asplenium trichomanes subsp.
pachyrachis) is veel zeldzamer, geen wonder want het soort kalksteenwanden dat hij nodig heeft vind je zelfs in de Pétigord niet overal. Hij is een stuk kleiner en de bladen lijken wel tegen de rots geplakt. De deelblaadjes overlappen elkaar een beetje.


Maar deze varen dan? Hij lijkt er een beetje op, maar.....





Hij heeft langwerpige deelblaadjes die nauwelijks overlappen en die gelobd zijn als kleine handjes. Het deelblaadje aan de top van elk blad is minstens twee keer zo groot als de andere. De bladen lijken niet geplakt maar komen los van de ondergrond, en ze zijn overal even breed. Hij lijkt niet op één van de Dordogne-ondersoorten, hij lijkt meer op een ondersoort uit de Alpen. Onwaarschijnlijk dat die hier voorkomt...

Wat meer is, als je een blad omkeert (zoals in de foto hieronder) zie je dat er niet veel sporenhoopjes zijn. Dat zijn structuren met een witachtig 'dekseltje' waaronder zich de sporangia, hier zwarte puntjes,  ontwikkelen. Zitten er vruchtbare sporen in de sporangia? Om dat te zien heb je een microscoop nodig.






Als de plant onvruchtbaar is, is het misschien een hybride. We weten niet genoeg van Steenbreekvarens en hoe de verschillende ondersoorten te onderscheiden zijn om daar met zekerheid iets over te zeggen. Het zijj kleine niet erg opvallende plantjes die nogal op elkaar lijken en die vaak op moeilijk toegankelijke plekken groeien. Niet eenvoudig voor de botanisten.

6 december 2018

Vleugelstreepzaad


Op het kerkhof vindt men niet alleen de verlepte chrysanten van vorige maand. Aan de voet van een graftombe bloeien kleine gele bloemen.





Het Vleugelstreepzaad (Crepis sancta subsp. nemausensis) is een kleine Composiet uit het Middellandse zee-gebied die meestal aan het eind van de winter of vroeg in het voorjaar bloeit. De laatste jaren vindt men hem steeds noordelijker, en nu is hij algemeen in de Dordogne. Maar het is ongewoon dat hij begin december al bloeit.

Hij is niet alleen op begraafplaatsen te vinden maar ook in wijngaarden, tuinen en in steden op min of meer betreden plaatsen.





Zijn kleine heldergroene rozetten zijn tussen de ander planten zichtbaar lang voor de bloei begint. Het blauwgroene rozet is van een Gekroesde melkdistel (Sonchis asper), en op de afbeelding zijn tenminste acht andere plantensoorten te zien.





In de volle zon openen de bloemen zich volledig.


4 december 2018

Tamme kastanje (2)


De Tamme kastanje (Castanea sativa) heeft mooi blad, lang en regelmatig van vorm en intens groen.




In  oktober vallen de bladeren, veel eerder dan bijvoorbeeld eiken. Tenminste in een normaal jaar, dit jaar zullen we met kerst nog blad aan de bomen zien!




De bladeren van de Tamme kastanje zijn getand met fijne punten. Bacteriën en schimmels beginnen met de afbraak, te zien aan fijne zwarte puntjes op het natte blad.

Veel Tamme kastanjes vinden de dood als ze nog jong zijn, om palen te maken heb je geen grote diameter nodig. Kastanjehout rot nauwelijks en is daarom erg geschikt voor afscheidingen en palen. Vroeger werd het veel gebruikt in wijngaarden en voor de hoepels van tonnen.





De meeste kastanjebossen in de Dordogne zijn in de vorm van hakhout. Bundels dunne stammen die de opslag zijn nadat eerder bomen omgehakt zijn. De omlooptijd is tien of vijftien jaar, vaak langer omdat het bos niet 'geoogst' wordt.






Dat niet alle stammen in goede gezondheid zijn is goed te zien, de Tamme kastanje is ziektegevoelig, vooral voor boomkankers en schimmelziekten.





Deze boom is tamelijk oud, misschien is hij tachtig jaar geleden geplant. Hij is omringd door zijn nageslacht.


3 december 2018

Tamme kastanje (1)


De Tamme kastanje (Castanea sativa) is een boom die typisch is voor de Dordogne. Hij groeit overal waar de bodem arm aan kalk is. De huidige kastanjebossen zijjn de nakomelingen van de Wilde kastanjes die vroeger werden aangeplant voor de vruchten en het hout. Men - vooral de armen - verzamelde kastanjes voor het meel. De enorme stronk hieronder is wat rest van een boom ooit geplant voor zijn kastanjes, hij is bijna dood van ouderdom.






Geen reden tot wanhoop, een paar nieuwe bomen groeien naast deze methusalem.

Hier, in juni, een bloeiend kastanjebos. Luchtige toeffen van mannelijke katjes geven het bos een feestelijk aanzicht.






Mannelijke bloemen op lange katjes produceren een grote hoeveelheid pollen dat verspreid wordt door de wind. De wat stoffige geur is goed te ruiken. De vrouwellijke bloempjes zijn klein en alleen van dichtbij te zien.






Oktober is het kastanjeseizoen. De omhulsels met venijnige stekels verhinderen vraat totdat de vruchten rijp zijn en ze zich openen.





Nu kan het feestmaal beginnen. Zwijnen, dassen, muizen en vlaamse gaaien zijn grote liefhebbers en eten en eten en eten tot ze niet meer kunnen. Het lukt ze niet om alles op te eten, de bomen hebben alle kastanjes tegelijk laten vallen zodat er veel te veel zijn. Op deze manier blijven er tenminste een paar kastanjes over die kunnen ontkiemen.





Hier heeft een muis een maal genoten, en een klein naaktslakje houdt zich bezig met de restjes.



21 oktober 2018

Peerlijsterbes


Tussen de gevallen bladeren op een wandelpad zijn vruchtjes, een soort kleine peren, gevallen. Ze zijn eetbaar maar ze geven wel een vreemd gevoel op de tong. Het is beter te wachten totdat de vruchten van de Peerlijsterbes (Sorbus domestica) overrijp, om niet te zeggen rot, zijn aleer ze te eten. Over smaak valt niet te twisten, in elk geval zijn ze zoet.





Wie op deze p^laats omhoog kijkt ziet de veervormige bladeren aan dunne twijgen. Vruchten zijn er niet meer, die zijn al gevallen. De bladeren beginnen te verkleuren.





Van groen tot geel tot bruin. Op de for hieronder is het al november.






De Peerlijsterbes is een niet al te grote boom, en soms verdwijnt hij bijna uit het zicht tussen de Eiken, Haagbeuken, Kastanjes, Esdoorns en andere bomen in het Perigordijnse bos. Toch zijn ze niet zeldzaam, maar er groeien maar een paar verspreide exemplaren tussen de andere soorten; een Peerlijsterbessenbos bestaat niet.






Bij jonge bomen is de schors glad, maar bij het volwassen worden krijgt deze diepe groeven.






Dat was in de zomer...


30 september 2018

Blauw glidkruid


Deze plant groeit op vochtige plaatsen waar de grond min of meer verstoord is, bijvoorbeeld door landbouwmachines of door wroetende wilde zwijnen. Hij is tamelijk algemeen en begint aan het einde van de zomer te bloeien. Vaak komt hij massaal voor, zelfs middenin een maisveld als de zomer maar nat genoeg is. Blijkbaar verdraagt hij landbouwgif, in ieder geval als dit uitgewerkt is na de voorjaarsspuitbeurt.





Blauw glidkruid (Scutellaria galericulata) is een kleine nogal onopvallende lipbloemige, althans op het eerste gezicht. Hij heeft weinig geur vergeleken met de meeste andere Lamiaceeën.








De bloemen verschijnen altijd twee aan twee. Op de foto is te zien dat de kelken een vreemde uitstulping bovenop hebben. Waar dient deze voor? Geen idee.





Hier een goed ontwikkelde plant. In de oksels van de tegenoverstaande bladeren groeien nieiwe zijtakjes. En wat een leuke bloempjes, eigenlijk!


17 september 2018

Gelderse roos



Het is bessenseizoen, en dit jaar is er wel wat te eten voor de vogels.





Zoals bijvoorbeeld de bessen van de Gelderse roos (Viburnum opulus). De takken buigen onder hun gewicht. Ze dragen trossen van eenzadige bessen, rond en glanzend en een beetje doorzichtig.






Een zonnestraal maakt ze nog mooier. De bladeren, die gelobt zijn als die van een esdoorn, beginnen al van kleur te veranderen.






Ook de bloemen zijn niet te versmaden. Ze gaan open in mei. De kleine bloempjes binnen in het scherm zijn vruchtbaar, de grotere aan de buitenkant niet. Zij zijn er om de bloei meer zichtbaar te maken voor insecten.





De Gelderse roos is een struik die groeit op vochtige grond. Hier vormen de Gelderse rozen een haag die het zicht op de kleine beek verhindert.


6 september 2018

Moerasvaren


De meeste varens hebben een vochtige omgeving nodig om te groeien, de Moerasvaren (Thelypteris palustris) nog meer dan de andere. Deze mooie middelgrote varen is niet erg algemeen, waarschijnlijk omdat zijn favoriete leefomgeving, moerassen en natte graslanden, steeds zeldzamer wordt.





Hier groeit hij langs de beek in een nat grasland, een beetje verstopt tussen de zeggen en lissen. Uit horizontale worteluitlopers komen overal toefjes bladen tevoorschijn.





De bladen zijn mooi zachtgroen en fijn ingesneden.





De vruchtbare bladen zijn wat groter dan de andere. De randen van de deelblaadjes krullen zich om de massa's donkergekleurde sporen.





Ja, hij kan goed tegen overstromingen. Als in het voorjaar alle beekjes en plasjes overlopen, gaat hij vrolijk door met het ontrollen van nieuwe bladen richting licht.


25 augustus 2018

Gewone engelwortel



Er is niets gewoons aan Gewone Engelwortel (Angelica sylvestris), het is een magnifieke plant. Hier domineert hij de rest van de vegetatie in een populieren-aanplant bij een beekje. Als de omstandigheden meezitten kan hij wel twee meter hoog worden. Hier is genoeg water en het voorjaar was nogal regenachtig, dus alles gaat goed.
Het is de moeite waard om hem in detail te bekijken.




Elk bloeischerm is samengesteld uit een paar dozijn kleinere schermen die aan de centrale as ontspringen, en die kleinere schermen hebben ieder tientallen bloempjes op steeltjes die op hun beurt uit een centraal punt groeien. De meeldraden zijn veel langer dan de kroonbladen en nodigen insecten uit tot een bezoek. Een grote Gouden tor (Cetonia aurata) eet niet alleen de meeldraden maar de hele bloem.

Hier een paar bladscheden in het voorjaar.





Rechtsboven eindigt de bladschede in drie beginnende bladeren. De linker bladschede is bolrond, omdat de knoppen van nieuwe bloeistengels er in zitten. Binnenkort ontluiken ze. Het geheel is versierd met haren, ribbels en gekleurde nerven.





Aan het einde van de zomer zijn de bladeren soms wat aangetast door slecht weer, insecten en ziekten. Het blad is veervormig samengesteld en fijn gezaagd.




De zichtbare delen van de plant sterven af in de winter. De bruin geworden rolronde stengels blijven lang aanwezig. Van de bloemschermen is niet veel over, een paar zaden nog hangen eraan.



21 juli 2018

St-Janskruid


Het Sr-Janskruid (Hypericum perforatum) is een echte zomerplant. Zijn gele bloemen zijn nu bijna overal te vinden. Aan de kant van de weg, verruigde plekken, akkers, tuinen, bosranden, zelfs in de stad. Hij heeft green speciale voorkeur voor een soort grond en hij verdraagt de zomerhitte goed.





Soms groeien er maar een paar exemplaren bij elkaar, soms zijn het groepen van honderden planten, zoals hier op een braakliggend stuk land.





Elke bloem heeft vijf gele kroonbladen met in het midden een soort kwast van meeldraden. De rand van de kroonbladen is bezet met zwarte puntjes. Dat zijn klieren, en ze zijn kenmerkend voor leden van de Hertshooifamilie, bijna alle soorten hebben ze. Niet alleen op de kroonbladen maar vaak ook op de groene delen van de plant.





De planten zijn vertakt en elke zijtak draagt bloemen. De bladeren zijn klein en ovaal-langwerpig.





Na de bloei en vruchtzetting verdwijnen de dode stengels niet direct, ze worden donker btuinrood, soms bijna zwart. Mooi, met een beetje nachtvorst!


19 juli 2018

Akkerdistel


Een ochtend in juli, net na zonsopgang, in een braakliggende akker.






De eerste zonnestralen doen de stengels van de Akkerdistel (Cirsium arvense) met hun witte vruchtpluis oplichten. In het veld groeit ook Wolsla (Andryala integrifolia) met kleine gele bloemhoofdjes die nu nog niet open zijn.






Een paar weken terug waren de Akkerdistels nog in volle bloei, een massa lila bloemhoofdjes, met hier en daar wat Wolsla. Akkerdistels zijn vaste planten en als de omstandigheden gunstig zijn kunnen ze zich geweldig uitbreiden. Vruchtbare grond die misschien een jaar geleden geploegd is en niet teveel concurrentie van andere planten. Zo kunnen de planten van vorig jaar zich vermeerderen.







Onderaan de stengel van de Akkerdistel zitten stekelige bladeren, het is een echte distel! Maar bovenaan laat de plant zich beetpakken, onder de ovale bloemhoofdjes zijn er geen stekels. Er komen veel insecten op af. De meest algemene distelsoorten vallen onder twee genera: Cirsium en CarduusCirsium-soorten hebben veervormige haarpluimen op de zaden, elke pluim is vertakt als een vogelveer. Carduus-distels hebben simpele onvertakte haren in hun pluimen. Het is maar een detail, en ook nog moeilijk te zien zonder loep.







Nu is de bloei nagenoeg over, de zaden zijn klaar om weg te drijven op de wind, en de planten sterven in schoonheid.

2 juli 2018

Gewone rolklaver


Wie in de zomer een wandeling maakt komt onvermijdelijk de Gewone rolklaver  (Lotus corniculatus) tegen.





Hier langs de rand van een pad tussen dit jaar onbebouwde akkers.










 
Honderden bloemhoofdjes met gele vlinderbloemen.








 
Overdag zijn de bloemen naar boven gekeerd, maar als het avond wordt draaien ze naar beneden in de slaapstand. Hier, als er nog ochtenddauw op de planten te zien is, zijn ze nog in slaap. Ook de vlieg maakt geen erg wakkere indruk.





De Gewone rolklaver is een erg variabele soort. Er zijn planten met ovale blaadjes en min of meer liggende stengels, en andere met langwerpig blad en opstijgende vertakkingen.



 
Er zijn bijna altijd wel een paar oranje bloemen tussen de gele.







Nu beginnen de vruchten zich te ontwikkelen. Het zijn lange rechte cylindervormige peulen met een soort nageltje aan het eind.