Welkom bij Plantenwandeling !

De flora van de Périgord in het zuid-westen van Frankrijk is rijk en gevarieerd net zoals zijn landschappen. Dat nodigt uit tot allerlei plantaardige ontmoetingen, zoals u kunt zien in dit blog. U vindt hier de portretten van een honderdtal wilde planten die hier groeien. Met de seizoenen mee worden nieuwe soorten toegevoegd.

Corine, botanicus en fotograaf, organiseert voor u wandelingen en andere activiteiten in de natuur rondom flora en vegetatie van de Périgord. Wilt u meer weten? Kijk op www.baladebotanique.fr.

Veel plezier !


N.B.
Met ingang van juni 2020 stopt de nederlandstalige versie van dit blog. De franstalige en engelstalige versies gaan gewoon verder. U kunt ze HIER en HIER vinden.



26 november 2019

Hazelaar


Dit is een Hazelaar (Corylus avellana) tijdens een zomerse stortbui.



Nu zouden de bladeren moeten vallen, maar dit jaar gaat dat niet zo snel. Om geel en rood te worden en om zich los te maken van de takken hebben ze een paar koude dagen en nachten nodig. Deze herfst is het te warm, dus er is nog veel groen in het bos.




Deze bladeren van de Hazelaar, ovaal, getand, met duidelijk zichtbare nerven en een karakteristiek puntje aan het eind, zijn wat opgebleekt, meer niet.




Er zijn individuele verschillen tussen de struiken, ondertussen. Onder een Hazelaar een eindje verderop liggen al wel veel afgevallen bladeren.

Over een paar weken zijn er alleen nog maar naakte stammetjes en takken te zien.





Een oude Hazelaar lijkt op een groot boeket van stammetjes en twijgen die ongeveer op dezelfde plaats uit de grond komen. Als de oudste takken sterven, ontwikkelen er zich nieuwe pal ernaast.




25 november 2019

Haagbeuk


Gevallen bladeren in een Haagbeukebos.





Maar normaal gesproken worden de bladeren van de Haagbeuk (Carpinus betulus) geel in de herfst, is het niet? Blijkbaar is dat niet altijd waar.




Ter bevestiging kijken we omhoog. Inderdaad, twee Haagbeuken met roodachtig blad. Uitzonderingen op de regel bestaan.

18 november 2019

Longenmos


Op een boomstam groeit een gewas met de kleur van sla. Althans in deze natte herfst is het heldergroen, gedurende een droge periode is het bruinachtig. Het is Longenmos (Lobaria pulmonaria), geen mos maar een korstmos, een van de grootste in Frankrijk.






De thallus (het "blad") in de vorm van een onregelmatig gelobde sliert die min of meer naar beneden hangt, kan 40 cm lang worden. Op deze boom zijn de thalli veel korter. Van dichtbij is goed te zien dat er verschillend getinte thalli zijn die ook een verschillende vorm hebben.






Dit korstmos groeit langzaam, en er zijn jonge en oudere thalli aanwezig op dezelfde boom.





Het oppervlak vertoont netvormige vertakkingen waarop kleine sorediën zichtbaar zijn als een grijsgroen poederachtige substantie. De sorediën dienen voor de vegetatieve vermenigvuldiging, ze bevatten 'monsters' van de ascomyceet en het blauwwier die samen het korstmos vormen en die zich naar andere bomen kunnen verplaatsen.





Longenmos is een organisme van volgroeid bos met oude loofbomen, zoals in de Dordogne Eiken en Haagbeuken. Omdat hij gevoelig is voor bepaalde vormen van luchtvervuiling, vooral zwaveldioxide, is het Longenmos nagenoeg verdwenen uit geindustrialiseerde en geurbaniseerde gebieden. In de Périgord is hij nog te vinden, hier en daar.