Welkom bij Plantenwandeling !

De flora van de Périgord in het zuid-westen van Frankrijk is rijk en gevarieerd net zoals zijn landschappen. Dat nodigt uit tot allerlei plantaardige ontmoetingen, zoals u kunt zien in dit blog. U vindt hier de portretten van een honderdtal wilde planten die hier groeien. Met de seizoenen mee worden nieuwe soorten toegevoegd.

Corine, botanicus en fotograaf, organiseert voor u wandelingen en andere activiteiten in de natuur rondom flora en vegetatie van de Périgord. Wilt u meer weten? Kijk op www.baladebotanique.fr.

Veel plezier !


N.B.
Met ingang van juni 2020 stopt de nederlandstalige versie van dit blog. De franstalige en engelstalige versies gaan gewoon verder. U kunt ze HIER en HIER vinden.



23 mei 2020

Stijf hardgras


Veel grassen bloeien in mei. Zoals het Stijf hardgras (Catapodium rigida) waar de aartjes bedekt zijn met witachtige meeldraden, alsof iemand de suikerschep gehanteerd heeft.







Poaceae (leden van de Grassenfamilie) zijn anemochoor, ze hebben de wind nodig om hun pollen te verspreiden. Misschien is het moeilijk om van de wind gebruik te maken als je klein bent en dicht bij de grond.






Blijkbaar lukt het aan het Stijf hardgras ondanks zijn kleine formaat om zich te vermenigvuldigen. Hij groeit op allerlei droge plekken waar weinig andere vegetatie is. Zoals een open kalkgrasland, of tussen de steenslag op een pad, of zoals hier op een stenen muurtje.








Waarom Hardgras? Geen idee. Stijf is hij wel.






D'e aartjes zitten in twee rijen enigszins naar één kant gekeerd, waardoor de bloeiaar een beetje op een tandenborstel lijkt.






Voor een zo kleine plant is hij nogal uitgesproken. Zelfs tussen de kleurige klavers valt hij direct in het oog.


15 mei 2020

Twee Melkdistels


Melkdistels zijn vooral op ruderale plekken en dichtbij menselijke activiteit te vinden. Deze grote 'distels' hebben de regen van de afgelopen weken erg gewaardeerd en ze zijn erg groot gworden. De twee soorten hieronder zijn allebei makkelijk te vinden. Ze lijken behoorlijk op elkaar.







Dit is de Gekroesde melkdistel (Sonchus asper) an de rand van een klein weggetje.







En dit is de Gewone melkdistel (Sonchus oleraceus) aan de rand van een veld. Beide soorten hebben hun bloemhoofdjes in wijde, wat chaotische trossen.









Misschien zijn die van de Gekroesde melkdistel, hierboven, wat dichter en zijn zijn bloemen wat donkerder geel...







...dan die van de Gewone melkdistel. Maar het verschil is niet erg groot.
Om het zeker te weten moet je naar de bladeren kijken.






De Gewone melkdistel heeft diep ingesneden bladeren, meestal enigszins blauwgroen en mat. Aan de basis van het blad zitten twee gepunte oortjes.








De bladeren van de Gekroesde melkdistel zijn veel stekeliger, al zijn de stekels - anders dan bij echte distels - zacht. Ze zijn heldergroen, soms wat rood aangelopen, en glimmend aan de bovenzijde. Er zijn ook oortjes, maar hier zijn deze rond en een beetje opgerold.






En deze voorjaarsrozet? Moeilijk te zien, ondanks de blauwgroene kleur is het een Gekroesde melkdistel.



14 mei 2020

'Eenjarige lathyrus'


De maatregelen om verspreiding van het coronavirus te voorkomen verplichten ons in de buurt van huis te blijven. In de Périgord zijn er nog steeds veel vergeten plekken waar interessante planten groeien, en de kans bestaat ze tegen te komen ook voor wie zich aan de regels houdt. Zie hier een buitengewone vondst. Deze kleine gele vlinderbloemige, een 'Eenjarige lathyrus' (Lathyrus annuus, geen Nederlandse naam bekend) groeit aan de rand van een akker vlakbij huis.





Zijn blaadjes lijken op de grasbladen waaraan hij zich met vertakte ranken vasthecht. Als hij geen bloemen heeft is hij gegarandeerd moeilijk te vinden.








De plant heeft al een paar grote peulen bedekt met korte zeer fijne haren gemaakt. Dikke kans dat hij volgend jaar terugkomt.

Het sprak niet vanzelf om zijn naam te vinden, hij komt niet voor in de 'Flore de Dordogne'. De eenjarige lathyrus is maar een paar keer gevonden in het departement, hij is dus erg zeldzaam en het is bijzonder om hem zomaar toevallig tegen te komen.








Een vraag dringt zich op. Waarom is de Eeenjarige lathyrus zo zeldzaam? Is hij, welbeschouwd een plant uit het Midellandse zee-gebied, bezich zijn areaal uit te breiden naar het noorden nu de lentes steeds warmer worden? Of is huij al heel lang aanwezig in het departement maar steeds zeldzamer vanwege (bijvoorbeeld) het verdwijnen van zijn natuurlijke leefomgeving? Of was hij altijd al zeldzaam misschien?

Om uit te zoeken.



3 mei 2020

Rode Kornoelje


Op dit moment bloeit hij, en de regen van deze eerste dagen van mei kan hem totaal niets schelen.



 
De Rode Kornoelje (Cornus sanguinea) is een zeer algemeen voorkomende struik die bijna overal groeit, vooral op kalkrijke grond.




 
Hij maakt mooie trossen witte bloemen, elke bloem met vier kroonbladen, vier meeldraden en een enkele stamper.




 
Aan het einde van de zomer komen de zwarte bessen.



 
Soms bedekt hij steenhopen, oude muurtjes, vergeten hoekjes op verlaten terreinen, met zijn takken en bladeren die snel rood kleuren.





 
Zijn bladeren zijn gegroefd met bladnerven in de gebogen lijnen, makkelijk te herkennen.


28 april 2020

'Wolfsmelk van Séguier'


Open kalkhellingen hebben nog een dor aanzicht. De bloemen die er op dit moment bloeien zijn nogal klein, het grote bloeien begint pas in mei. Deze 'Wolfsmelk van Séguier' (Euphorbia seguieriana, geen Nederlandse naam) is wat groter en heeft op dit moment geen noemenswaardige concurrentie.







Hij vormt verspreide toefen van lichtgevend geelgroen.






Hij is makkelijk als een echte Wolfsmelk te herkennen met zijn typische bloemen waar kleine bolletjes uithangen die het begin van de vruchten zijn.





De bladeren zijn blauwgroen en smal als dennenaalden, maar niet zo stijf, ze voelen zacht aan bij aanraking. De foto is in de zomer genomen, het bloemscherm links is helemaal verdroogd.







Al dat jonge groen is wel feestelijk!


21 april 2020

Eenstijlige meidoorn


Op dit moment is er explosie van bloei in het wit. De hoofdverantwoordelijkheid voor deze conflagratie wordt gedeeld dooe een paar planten, waarvan zonder twijfel de Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna) de belangsrijkste is.







Hier is hij, een kleine boom, te zien achter een wolk van fluitekruid (Anthriscus sylvestris).









Wat is hij mooi, deze meidoorn! En wat ruikt hij lekker!







Wie goed naar een bloem kijkt ziet dat deze maar één stijl heeft (en een ovarium, maar dat zit verborgen in de bloembodem), vandaar het 'éénstijlige' in de naam. Meeldraden met roze pollen omringen de stijl.






Eenstijlige meidoorn groeit in heggen, bosranden, en zelfs midden in het bos in de schaduw. Caak mengen zijn twijgen zich met die van andere bomen en struiken.







In de herfst kleiren zijn bladeren in de vorm van kleine handjes geel. Een paar vrichten, donkerrode bessen, zijn er nog in de verwachting opgegeten te zullen worden door vogels.




20 april 2020

Veldereprijs


De meeste Ereprijzen hebben blauwe bloemen en Veldereprijs (Veronica arvensis) is geen uitzondering. Bij hem zijn de bloemen echt heel klein.




Net zoals de hele plant overigens, hier te zien in een schraal grasland vroeg in het seizoen.






In de bloemkroon zijn de kroonbladen vergroeid tot een soort trechter. Elke plant maakt heel veel bloemen maar omdat die snel afvallen zie je vooral knoppen en vruchten.






De vruchten zijn hartvormig met meestal nog een restje van de stijl aanwezig. De stengels worden aanzienlijk langer na de bloei om plaats te bieden aan al die vruchten.






Veldereprijs is een algemeen voorkomende plant. Zoalds zijn naam al zegt kom je hem overal in het veld tegen, op akkers, maar ook in tuinen, op kale plekken in grasland en bovenop stenen muurtjes. Of zoals hier op een plek waar vorig jaar takken verbrand zijn.

14 april 2020

Muurhavikskruid


Het begint allemaal met donkerrood gevlekte bladeren. Mooie bladeren.





De sombere kleur van de vlekken kan helderder of intenser zijn, en de bladeren zijn donzig behaard.





Net zo als de jonge stengels.






Nu zijn de zonnebloemgele bloemen tevoorschijn gekomen. De bloei van het Muurhavikskruid (Hieracium glaucinum) begint als de eerste bladeren aan de bomen komen en hij is vroeger dan bij andere Havikskruiden. De lintbloemen zijn gekarteld aan het eind, alsof een beestje eraan heeft geknabbeld.





Vaak groeit hij in grote groepen.





Muurhavikskruid vrolijkt bosranden op kalkgrond op. De bloei duurt niet lang, in mei is het alweer over.





Later in het seizoen. De plant is aangevreten door luis maar de zaden met hun donzige parapluutjes zijn er nog.


5 april 2020

Ruw vergeet-mij-nietje


De blaadjes van het kleine Ruw vergeet-mij-nietje (Myosotis ramosissima) zijn rood aangelopen. De nog koude nachten hebben het gestimuleerd om een pigment, anthocyaan, aan te maken dat beschermt tegen lage temperaturen. Dat is nodig, de schrale kalkgraslanden waar het groeit zijn vroeg in het voorjaar blootgesteld en wind en kou. En aan de zon die fel kan zijn overdag. De planten die hier leven moeten tegen een stootje kunnen.





Hindert niet, het Ruw vergeet-mij-nietje bloeit met veel blauwe bloempjes. Een speciaal soort blauw, typisch voor Vergeet-mij-nietjes. Babyblauw met soms wat rose of geel of wit, ook baby-.





Voorafgaand aan de bloei zijn de bloemstengels opgerold in schichten, vergelijkbaar met de toppen van jong varenblad. Dat is kenmerkend voor de planten van de familie van Ruwbladigen waartoe de Vergeet-mij-nietjes behoren. De verschillende Vergeet-mij-nietjes onderscheiden zich van elkaar vooral door hun beharing. Deze soort heeft korte gladde aanliggende haren op de stengels, lange licht gebogen haren op het blad, en haren met een klein haakje aan het eind op de vruchtcapsules. Moeilijk om te zien met het blote oog bij zo'n klein plantje!






Meestal groeien er een heleboel Ruwe vergeet-mij-nietjes bij elkaar op dezelfde plek.





Na de bloei worden de bloemstengels veel langer en is goed te zien dat deze éénjarige heel veel bloemen maakt tijdens zijn korte leven.


24 maart 2020

Gewone veldbies


Dit voorjaar hebben we geen keus, we moeten onze botanische excursies beperken tot een heel klein gebiedje. Als u een grasveld voor de deur hebt, kunt u daar de Gewone veldbies (Luzula campestris) aantreffen, vooral op arme grond.





Het is een klein plantje waar je makkelijk aan voorbij gaat, zelfs als er heel veel bij elkaar staan, wat vaak het geval is. Zijn bloeiwijze is bruin, met clusters van bloemen waarvan het sombere bloemdek nou niet direct aan voorjaar doet denken.





Maar bekijk hem van dichterbij! Stralende sterretjes met crème rand met uitnodigende gele meeldraden. Echt mooi!





Veldbiezen zijn makkelijk aan hun blad te herkennen. Hun bladeren lijken op die van grassen of zeggen, maar ze hebben lange witte donzige haren aan de randen.






8 maart 2020

Blauw druifje


Bolgewassen hebben een voedselvoorraad aan boord waardoor ze snel en vroeg in bloei kunnen schieren. In een paar dagen zijn de bloeistengels van het Blauwe druifje (Muscari neglectum) de grond uit geschoten.





De bladeren, hier horizontaal uitgespreid, zijn smal en gootvormig samengevouwen. Ze zijn lang voor de bloei al aanwezig.





Het Blauwe druifje lijkt op de voor de tuin gekweekte Muscaris, maar hij is kleiner en de bloemklokjes zijn eerder ovaal dan rond.

De ingang van de bloem is gemarkeerd door zes, drie maal twee, naar buiten gebogen tanden van een lichter blauw.





De vruchten rijpen in de zomer en ze hebben drie lobben, en elke lob heeft twee wanden met daartussen een zwart zaad. Zoals de meeste eenzaadlobbige planten kan het Blauwe druifje tot drie tellen en beheerst hij de tafels van twee en drie.




Maar het is toeval dat hier zes bloeistengels naast elkaar te zien zijn. Blijkbaar waren er net zes bolletjes groot genoeg om een bloem te produceren.