Welkom bij Plantenwandeling !

De flora van de Périgord in het zuid-westen van Frankrijk is rijk en gevarieerd net zoals zijn landschappen. Dat nodigt uit tot allerlei plantaardige ontmoetingen, zoals u kunt zien in dit blog. U vindt hier de portretten van een honderdtal wilde planten die hier groeien. Met de seizoenen mee worden nieuwe soorten toegevoegd.

Corine, botanicus en fotograaf, organiseert voor u wandelingen en andere activiteiten in de natuur rondom flora en vegetatie van de Périgord. Wilt u meer weten? Kijk op www.baladebotanique.fr.

Veel plezier !


N.B.
Met ingang van juni 2020 stopt de nederlandstalige versie van dit blog. De franstalige en engelstalige versies gaan gewoon verder. U kunt ze HIER en HIER vinden.



28 februari 2018

Paardebloem


Ondanks de kou zijn er op beschutte plekken al Paardebloemen (Taraxacum sp.) in bloei te vinden.






Een zonnestraaltje is genoeg.





Hier vrolijken ze de rand van een oude wasplaats op.

De Paardebloem is geen plantesoort als alle andere. Het is moeilijk om vast te stellen hoevel verschillende soorten Paardebloemen er zijn. Ze horen allemaal bij het genus Taraxacum, maar wat is hun tweede naam? Paardebloemen zijn meestal agamosperm, dat wil zeggen dat de nieuwe plantjes ontkiemen uit zaad dat uit onbevruchte eicellen komt, dus in feite zijn ze klonen van een moederplant. Hezt kan zijn dat een hele populatie voortkomt uit dezelfde plant, er is veeleer sprake van een (asexuele) lijn dan van een soort. Als elke lijn als een soort beschouwd zou worden zouden er honderden, misschien duizenden soorten zijn. Omdat sommige lijnen wel degelijk in staat zijn tot sexuele voortplanting krijg je, om het ingewikkelder te maken, ook nog allerlei hybriden

Om praktische redenen worden de lijnen die op elkaar lijken ondergebracht in secties.






Dikke kans dat de Paardebloemen op deze foto van de lijn Taraxacum fasciatum zijn, een lijn die deel uitmaakt van de Ruderalia, de meest voorkomende sectie in de Dordogne.





Hard blazen!






Van dichtbij is te zien dat de zaadjes min of meer gestekeld zijn. De kleur varieert per soort/lijn.






13 februari 2018

Grote brandnetel


Brandnetels (Urtica dioica) zijn solide planten. De hele winter zijn ze doorgegaan met groeien en nu zien ze er wat verfomfaaid uit na regen, sneeuw en rijp, maar het is niet erger dan dàt.







Brandnetels houden van stikstof, dus overal waar mensen iets met de bodem gedaan hebben kom je ze tegen, en ook op plekken waar een natuurlijke toevoer van stikstof is. verlaten bouwterreinen, tuinen, vergeten compost-en mesthopen, kapvlakten, aan de oever van een rivier...







Ze prikken maar zijn desondanks mooi om te zien met dat randje rijp.








De Grote brandnetel is tweehuizig, dat wil zeggen dat mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten groeien. Hier een exemplaar met vrouwelijke bloemen die al zaad vormen. Het zaad kan jarenlang overleven in de bodem, dat helpt om te begrijpen waarom de Grote brandnetel bijna overal voorkomt.






Een vlinder, de Kleine Vos (Aglais urticae), legt haar eitjes bij voorkeur op Brandnetels. Een massa kleine rupsjes doet zich tegoed aan blad en bloemen.





Wie komt hier kijken? Hij lijkt klaar voor de aanval maar hij is vegetarier...


10 februari 2018

Rozetten


Na een nogal warme januarimaand ontwikkelen de rozetten van wilde orchideeën zich voorspoedig. Deze orchideeën overwinteren in de bodem, met knolletjes of wortels. Bij veel soorten verschijnen de bladrozetten aan het eind van de winter, lang voor de bloei. Soms is een groot deel van het blad alweer verdwenen als de bloeistengel verschijnt.





Aan de voet van een grote eik langs een klein weggetje valt deze rozet van bladeren op. Hij is behoorlijk groot en behoort toe aan een Vliegenorchis (Orchis insectifera), een soort die tamelijk veel voorkomt in de Périgord.






In mei, als hij bloeit, is het veel moeilijker de Vliegenorchis te vinden tussen de andere planten, de kleine zwarte bloempjes vallen niet erg op. Ja, ze lijken op vliegen, vleugels en voelsprieten incluis.







In dit schrale kalkgrasland groeien veel orchideeën. Hier zijn de bladrozetten van twee veel voorkomende soorten te zien. De drie rozetten met grijsgroene wat ronde bladeren geven eind maart de bloemstengels van - laten we hem maar zo noemen, hij heeft geen Nederlandse naam - de 'Westelijke spinnenorchis' (Ophrys occidentalis). De groene rozet met bochtige gootvormige bladeren is van de Harlekijnorchis (Anacamptis morio), die twee weken later begint te bloeien.






De 'Westelijke spinnenorchis' wordt een tot twee decimeter hoog. Deze is nog maar klein aan het begin van de bloei.






Een Harlekijnorchis vlak voor het opengaan van de bloemknoppen.