Welkom bij Plantenwandeling !

De flora van de Périgord in het zuid-westen van Frankrijk is rijk en gevarieerd net zoals zijn landschappen. Dat nodigt uit tot allerlei plantaardige ontmoetingen, zoals u kunt zien in dit blog. U vindt hier de portretten van een honderdtal wilde planten die hier groeien. Met de seizoenen mee worden nieuwe soorten toegevoegd.

Corine, botanicus en fotograaf, organiseert voor u wandelingen en andere activiteiten in de natuur rondom flora en vegetatie van de Périgord. Wilt u meer weten? Kijk op www.baladebotanique.fr.

Veel plezier !


N.B.
Met ingang van juni 2020 stopt de nederlandstalige versie van dit blog. De franstalige en engelstalige versies gaan gewoon verder. U kunt ze HIER en HIER vinden.



24 december 2019

Vederesdoorn



De zondvloedachtige regen van de laatste weken heeft het waterpeil van de Dordogne fors doen stijgen. Nu staan de bomen aan de oever met hun voeten in het water.






Geen probleem voor de Vederesdoorn (Acer negundo) links op de foto, die is daar op gebouwd. Hij is een ongewone Esdoorn, afkomstig uit Noordamerika en nu goed en wel geinstalleerd langs de grote rivieren hier, waar hij dichte bossen kan vormen.





In de herfst worden de bladeren geel. Ze zijn samengesteld in plaats van handvormig ingesneden zoals bij de meeste andere Esdoorns.






17 december 2019

Watermunt


Bijna het hele jaar door zijn er wel muntblaadjes te vinden, alleen als het hard vriest, verdwijnen ze. Hier groeit een massa Watermunt (Mentha aquatiqua) aan de oever van een beek.





Bloemen, die zijn er niet of nauwelijks meer om deze tijd van het jaar.






Ze vormen bolvormige schermen aan de top van de takken en vaak ook in de oksels van de tegenoverstaande bladeren eronder.





De plant heeft een milde mintgeur die te ruiken is als je over de planten heen loopt. Tenminste de bladeren, de bloemen ruiken licht honingachtig.





In de zomer groeien er soms grote toefen Watermunt in vochtige weilanden. En ja, de vlinders houden ervan.

26 november 2019

Hazelaar


Dit is een Hazelaar (Corylus avellana) tijdens een zomerse stortbui.



Nu zouden de bladeren moeten vallen, maar dit jaar gaat dat niet zo snel. Om geel en rood te worden en om zich los te maken van de takken hebben ze een paar koude dagen en nachten nodig. Deze herfst is het te warm, dus er is nog veel groen in het bos.




Deze bladeren van de Hazelaar, ovaal, getand, met duidelijk zichtbare nerven en een karakteristiek puntje aan het eind, zijn wat opgebleekt, meer niet.




Er zijn individuele verschillen tussen de struiken, ondertussen. Onder een Hazelaar een eindje verderop liggen al wel veel afgevallen bladeren.

Over een paar weken zijn er alleen nog maar naakte stammetjes en takken te zien.





Een oude Hazelaar lijkt op een groot boeket van stammetjes en twijgen die ongeveer op dezelfde plaats uit de grond komen. Als de oudste takken sterven, ontwikkelen er zich nieuwe pal ernaast.




25 november 2019

Haagbeuk


Gevallen bladeren in een Haagbeukebos.





Maar normaal gesproken worden de bladeren van de Haagbeuk (Carpinus betulus) geel in de herfst, is het niet? Blijkbaar is dat niet altijd waar.




Ter bevestiging kijken we omhoog. Inderdaad, twee Haagbeuken met roodachtig blad. Uitzonderingen op de regel bestaan.

18 november 2019

Longenmos


Op een boomstam groeit een gewas met de kleur van sla. Althans in deze natte herfst is het heldergroen, gedurende een droge periode is het bruinachtig. Het is Longenmos (Lobaria pulmonaria), geen mos maar een korstmos, een van de grootste in Frankrijk.






De thallus (het "blad") in de vorm van een onregelmatig gelobde sliert die min of meer naar beneden hangt, kan 40 cm lang worden. Op deze boom zijn de thalli veel korter. Van dichtbij is goed te zien dat er verschillend getinte thalli zijn die ook een verschillende vorm hebben.






Dit korstmos groeit langzaam, en er zijn jonge en oudere thalli aanwezig op dezelfde boom.





Het oppervlak vertoont netvormige vertakkingen waarop kleine sorediën zichtbaar zijn als een grijsgroen poederachtige substantie. De sorediën dienen voor de vegetatieve vermenigvuldiging, ze bevatten 'monsters' van de ascomyceet en het blauwwier die samen het korstmos vormen en die zich naar andere bomen kunnen verplaatsen.





Longenmos is een organisme van volgroeid bos met oude loofbomen, zoals in de Dordogne Eiken en Haagbeuken. Omdat hij gevoelig is voor bepaalde vormen van luchtvervuiling, vooral zwaveldioxide, is het Longenmos nagenoeg verdwenen uit geindustrialiseerde en geurbaniseerde gebieden. In de Périgord is hij nog te vinden, hier en daar.

25 oktober 2019

Straatwolfsmelk


Sommige planten zijn dol op asfalt en steenslag, vooral op kleine weggetjes.Dat is het geval met Straatwolfsmelk (Euphorbia maculata). Hij kruipt op zijn buik over het berijdbare weggedeelte met een massa kleine stengeltjes.




Je kan wel denken dat alle Wolfsmelken op elkaar lijken maar in feite is dit geslacht erg gevarieerd met sterk van elkaar verschillende planten die soms nauwelijks als Wolfsmelk te herkennen zijn. In Frankrijk zijn er maar twee groepen: de geelgroene met meestal een opgaande groeivorm, en de groenrode die zich uitspreiden. Straatwolfsmelk behoort tot de laatste groep.





De blaadjes zijn soms rood gevlekt, maar niet altijd. De vruchtjes zijn echt Wolfsmelkachtig, kleine hangende bolletjes. Bij de Straatwolfsmelk zijn ze bedekt met witte zijdeachtige haren.




Het lijkt erop dat er witte bloempjes zijn, maar nee, wat te zien is zijn witte aanhangsels aan klieren. De groenige bloempjes bevinden zich binnenin deze klieren en zijn nauwelijks te zien.




Straatwolfsmelk is geintroduceerd vanuit Noordamerika en nu is hij overal in de Périgord te vinden.





15 oktober 2019

Liggende leeuwenbek


Hij bloeit niet meer, in dit seizoen draagt hij vrucht, de Liggende leeuwenbek (Linaria supina). De zwarte zaden zijn net zichtbaar in de zaaddozen.





In de zomer trekken de lichtgevend gele bloemen, tamelijk groot voor zo'n kleine plant, insecten aan. Niet alleen bijen maar ook insecten die tot onderin de spoor kunnen komen. De fijne blaadjes zijn lijnvormig.




Liggende Leeuwenbek is een veeleer mediterrane plant van droge en stenige plekken, zoals rotshellingen. In de Dordogne komt hij niet veel voor. Hij is te vinden op een enkele kalksteenhelling op de zon en vooral op spoorwegstations tussen de rails, een kunstmatige habitat die veel lijkt op de stenige plaatsen waar hij van houdt.





 

De bloemen zijn rijk versierd met gevarieerde uitsteeksels, allerlei nuances van geel en rood, en uitwaaierende strepen.


14 oktober 2019

Moerasgamander


Na deze hete droge zomer zijn veel meren, poeltjes en vijvers uitgedroogd. Het water is simpelweg verdampt of - in veel gevallen - gebruikt door boeren om hun mais te besproeien. Het is normaal dat er minder water is aan het einde van de zomer dan in het voorjaar, maar dit jaar is werkelijk veel water verdwenen. Dit is een ernstige situatie die echte problemen oplevert voor de natuurlijke leefomgeving voor veel soorten. Maar er zijn uitzonderingen, de Moerasgamander (Teucrium scordium) is er dit jaar in overvloed.





Hij groeit op natte plekken waar het waterniveau in de loop van het jaar verandert, zoals hier in een kunstmatig meer, een waterreservoir. Hij is niet in het midden van het meer te vinden, daar is altijd wel wat water, zelfs aan het eind van de zomer.  Hij is ook niet op of bij de oever te vinden, daar is het te droog. Maar tussen die twee in, waar het water zich geleidelijk terugtrekt naarmate het seizoen vordert, daar kan hij leven. Zijn wortels overleven de winterse periode wanneer alles onder water staat, en als het meer weer opdroogt maakt hij nieuwe spruiten in de drogende modder en ook uitlopers waarmee hij zijn areaal uitbreidt.





Zoals alle gamanders heeft hij maar één lip, de onderste. De blaadjes hebben afgeronde tanden en ze zijn bedekt met donzige haren. Zoals veel Lipbloemigen is de Moerasgamander aromatisch.



9 oktober 2019

Eironde leeuwebek


Nu is de bloei over. Dunne stengels vol hartvormige blaadjes en kleine vruchtjes bedekken de kale grond op een braakliggend terrein. De donzige bladeren van de Eironde leeuwebek (Kickxia spuria) zijn bedekt met dauwdruppeltjes waardoor ze grijsachtig lijken op deze foto.






De Eironde leeuwebek is veeleer een akkerplant, maar niet uitsluitend, hij is ook te vinden buiten landbouwgrond en moestuinen.





Het is een eenjarige plant en meestal begint hij pas te groeien als de zomer al op gang is gekomen. De groei is snel en efficient, in een paar weken maakt de plant lange spaghettislierten vol bladeren en bloemen. Deze laatste zijn piepklein maar kleurig, de spoor lijkt op de staart van een diertje.





De lip, hier gesloten, is diep donkerrood, bijna zwart, en de rest van de bloem is bleek citroengeel. Een opvallend contrast.

Hallo Eironde leeuwebek !

1 oktober 2019

Tomaat


Er rijden niet veel treinen meer in de Dordogne. Tussen de rails groeit een Tomaat (Solanum lycopersicum). Het is geen wilde tomaat, waarschijnlijk is hij gekiemd uit een zaadje van een vrucht die is opgegeten door een reiziger, of het zaad is via het spijsverteringskanaal van een vogel gearriveerd.





Tomaten zijn zelfbestuivers, dat wil zeggen dat het stuifmeel van een bloem de eicellen van dezelfde bloem kan bevruchten. Om deze redenen hebben de 'kinderen' van een tomatenplant vaak dezelfde eigenschappen (smaak, kleur, grootte) als de oorspronkelijke plant.





Zal de stationsmanager verse tomaten eten?  Dikke kans van wel, deze mooie vruchten hebben nog wel de tijd om rijp te worden voor het te koud wordt en de dagen korten.

22 juli 2019

Kale Jonker


In dit veld, een verlaten nat hooiland, beginnen nieuwe en grotere soorten de planten te vervangen die er groeiden toen er nog regelmatig gemaaid werd. De grootste zijn majestueuze distels.





De Kale Jonker (Cirsium palustre) kan meer dan twee meter hoog worden. Hij groeit op vochtige plaatsen waar veel licht is en de bodem voedselrijk en misschien wat geruderaliseerd is.





Een enkele plant kan een woud van stekelige zijtakken maken. Hier een tak in detail:





De hele plant is bedekt met kleine rose stekeltjes met daartussen fijne witte haren.





Elke tak draagt aan het eind een tros van een tiental bloemhoofdjes, echte distelbloemen.





De plant maakt duizenden kleine witte zaden voorzien van een pappus van zijdeachtige haren. Cirsium distels zijn te onderscheiden van Carduus distels aan deze pappus, bij de eerste is deze gevederd, en bij de laatste bestaat hij uit simpele onvertakte haren.

Als dit veldje niet binnenkort gemaaid wordt, beginnen er houtige planten te groeien. En in een paar jaar ontstaat er een bos van Elzen en Essen, en waarschijnlijk heel veel doornige bramen.



6 juni 2019

Hondsroos


Een nagenoeg ondoordringbare muur van plantengroei scheidt een weilandje van het omringende bos. Er zijn veel bramen maar ook ander struikgewas, sommige struiken in bloei. De grote witte schermen zijn van de Vlier (Sambucus nigra) en de kleine roze vlekjes zijn de bloemen van de Hondsroos (Rosa canina).






Er zijn een paar soorten wilde rozen in de Dordogne, en de Hondsroos is de meest algemene. Zijn bloemen zijn geurend, ze ruiken zelfs erg lekker, zoals het voor een roos betaamt. De bladeren, gewreven tussen de vingers, zijn veeleer geurloos.





De Hondsroos bloeit in mei en juni met grote rose of witte bloemen.





De kroonblaadjes zijn wat ingesneden, en de kelkbladen hebben lange franjes. De bladtoppen zijn spits en de bladeren zijn glad of, zoals hier, een beetje donzig.





Soms blijven ze aan de plant zitten tot na de eerste vorst.





De rozebottels die zich ontwikkelen gedurende de zomer blijven soms aan de takken zitten tot het einde van de winter. Tenminste, als een voorbijkomende vos of vogel ze niet opeet.





Het is een roos met lange uitlopers, de takken kunnen een paar meter lang worden. Hij heeft grote gekromde doornen.




Het hele jaar door zijn wilde rozen mooi!



29 mei 2019

Gestreepte klaver


Iedereen kent rode en witte klaver, maar er zijn nog zoveel andere soorten in de Dordogne! Vaak worden ze niet opgemerkt, want niet groot en onopvallend.

Hier een klein rose klavertje in een grasland, Gestreepte klaver (Trifolium striata).





Op de foto hieronder zijn de kleine langwerpige bloemhoofdjes te zien met lichtrose bloemen en donzige blaadjes. De kelken van de individuele bloemen zijn roodachtig gestreept. De blaadjes hebben bijna rechte bladnerven.






Nou niet bepaald spectaculair, maar toch, van dichtbij bezien zeker niet lelijk.

Het is eigen aan klavers dat de verlepte bloemen aan de zich ontwikkelende vrucht blijven zitten. Gestreepte klaver is geen uitzondering, hieronder zijn ze te zien als bruine vlekjes op de uitgebloeide bloemhoofdjes.






De puntige uiteinden van de kelk laten de bloemhoofdjes op egeltjes lijken.





Hier is Gestreepte klaver te zien samen met een gele klaver die veel algemener is, Hopklaver (Trifolium campestre). De twee soorten groeien in allerlei soorten grasland, de gele bijna overal en de rose bijna nergens.



24 mei 2019

Veldkruidkers


In een graanakker houdt een klein plantje zich stijf rechtop in de eerste zonnestralen.





Veldkruidkers (Lepidium campestre) is een plant uit de Kruisbloemenfamilie die te vinden is in akkers, weiden en ruige plaatsen op arme droge, bij voorkeur kalkrijke, grond. Kleine exemplaren zijn recht en verticaal, grotere hebben vertakkingen die de plant op een kandelaar doen lijken.





De bloemen stellen niet veel voor. Ze zijn klein, vier kroonblaadjes die een ronde vrucht omgeven die snel groter wordt dan de bloem zelf.





De vruchten, hauwen, zijn kort gevleugeld en hebben een kleine indeuking aan de top.