De Zeeden (
Pinus pinaster) wordt vaak aangeplant op min of meer zure grond, tussen de tamme kastanjes of als monocultuur. Maar hier gaat het over twee andere soorten, die ook op kalkrijke grond groeien. Oorspronkelijk zijn ze ook aangeplant maar ze verwilderen erg makkelijk en verspreiden zich in eiken- of haagbeukenbossen. Nu beginnen ze te bloeien en is het verschil tussen beide soorten goed te zien. Ja, dat gele poeder dat de auto stoffig maakt is denne-stuifmeel!

De mannelijke katjes van de Zwarte den (
Pinus nigra) zijn vrij
groot en vormen een soort kroon rond het begin van een nieuwe twijg. De
foto toont ze juist voor de verspreiding van het stuifmeel, boven de
lange groene naalden van vorig jaar.

De Grove den (
Pinus sylvestris) heeft veel kleinere mannelijke
katjes en deze vormen een soort buis rond een nieuwe twijg. Op de foto
is de oranje 'beschermhoes', die om de jonge katjes en de twijg zat, nog
goed te zien.

En de vrouwelijke katjes? Dat worden later de denneappels, en dat is goed te zien. Hier de vrouwelijke bloei van de Zwarte den.