Welkom bij Plantenwandeling !

De flora van de Périgord in het zuid-westen van Frankrijk is rijk en gevarieerd net zoals zijn landschappen. Dat nodigt uit tot allerlei plantaardige ontmoetingen, zoals u kunt zien in dit blog. U vindt hier de portretten van een honderdtal wilde planten die hier groeien. Met de seizoenen mee worden nieuwe soorten toegevoegd.

Corine, botanicus en fotograaf, organiseert voor u wandelingen en andere activiteiten in de natuur rondom flora en vegetatie van de Périgord. Wilt u meer weten? Kijk op www.baladebotanique.fr.

Veel plezier !


N.B.
Met ingang van juni 2020 stopt de nederlandstalige versie van dit blog. De franstalige en engelstalige versies gaan gewoon verder. U kunt ze HIER en HIER vinden.



24 september 2013

Echt bitterkruid


Een paar spinnewebben, een rij gele bloemen.


Een voormalig bouwland doorspikkeld met wit en geel, nu overal te vinden. Twee doodgewone planten die van het eind van de zomer tot de eerste nachtvorst en zelfs daarna bloeien.













Tussen de witte bloemschermen ven de Wilde peen (Daucus carota) komen de gele bloemhoofdjes van het Echt bitterkruid (Picris hieracioides) tevoorschijn.














De gele bloemen zijn paardebloemachtig, samengesteld uit enige tientallen smalle lintbloemen.
 














Net zoals bij de paardebloem draagt ieder rijp zaad een pluisje om zich op de wind te verplaatsen.


25 augustus 2013

Trosgamander


Sinds enige tijd is dit veld vol Wilde peen een truffelveld. Afgelopen winter heeft de boer jonge eikjes geplant die geënt zijn met het mycelium van de kostelijke paddestoel. Om de jonge boompjes te beschermen tegen hongerige reeën heeft hij er een plastic net omheen gedaan. Toen de Périgord nog een land van wijnboeren was, stonden er wijnstokken op dit veld, en daarna werd er tot in de 70er en 80er jaren van de vorige eeuw tabak verbouwd. En sindsdien werd het niet meer bebouwd en namen jeneverbessen de plaats in van landbouwgewassen.



De boer heeft opgeruimd en geploegd en daarmee kwamen zaden die jarenlang in de grond hebben gerust weer boven. Het zijn de zaden van 'onkruiden' die indertijd in de wijngaard en tussen de tabak groeiden, soms soorten die nu zeldzaam zijn geworden. Nu vinden ze een bodem die los genoeg is om te kunnen kiemen.










Zo komt het dat er bijzondere akkeronkruiden groeien in dit nieuwe truffelveld! Bijvoorbeeld deze Trosgamander (Teucrium botrys) met diep ingesneden en een beetje fluwelige bladeren.














Net zoals de andere Gamander heeft deze geen bovenlip en steken de meeldraden boven de bloem uit.


24 augustus 2013

Echte gamander


Lange zomerweken zonder regen maken dat droge graslanden en open plekken er uitzien alsof ze verbrand zijn. Bijna geen groen blaadje te zien. De Echte gamander (Teucrium chamaedrys) is aan droogtre gewend, hij groeit bij voorkeur op een zonnige plek op droge kalkgrond die het regenwater niet vasthoudt. Hij is bijna uitgebloeid, alleen de droge bruine bloemkelken zitten nog aan de plant.






















Maar bij goed zoeken zijn nog een paar rose bloemen te vinden. De bloem heeft geen bovenlip, de meeldraden steken zomaar naar buiten. De kleine blaadjes lijken op gestileerde eikenbladeren in miniatuur.



 

20 augustus 2013

Wollige distel


Op een braakliggend landje dat overgroeid is met witte Wilde peen en geel Bitterkruid laat een majestueuze distel zien hoe mooi hij is.


Het is een Wollige distel (Cirsium eriophorum) van bijna twee meter hoog. Hij heeft twee jaar nodig gehad om zo groot te groeien.
















Het eerste jaar heeft de plant een bladrozet op de grond gemaakt, met een longe puntige wortel die hem in staat stelt om ook in een droge zomer zoals nu water te vinden. De grote driedimensionale bladeren zijn diep ingesneden en en de punten die alle kanten uitgaan zijn voorzien van zachte stekels.









 
Het tweede jaar maakt de wollige distel een stengel en bloemen. Elk bloemhoofdje bevat tientallen buisvormige paarse bloemetjes. Het bloemhoofdje wordt omgeven door schubben die bedekt zijn met een wollig weefsel, of liever een dik  spinnewebachtig vlies. Op de foto worden de bloemen bezocht door een kleine groene wants en een familie van donkere kevertjes.

17 juli 2013

Knikkende distel


Dit jaar zijn graslanden en braakliggende akkers prachtig! Veel wilde planten hebben de overvloedige regen in mei en juni erg gewaardeerd en zijn in grote getale aanwezig, en vaak veel groter dan normaal. Zo ook deze Knikkende distels (Carduus nutans), gefotografeerd in een schrale akker die al twee jaar braak ligt.






















De prikkelige bladeren zijn aan de onderkant bedekt met een spinnewebachtig weefsel, en tussen de grote stekels van het bloemhoofdje zitten ook spinneweb-draden.




12 juli 2013

Ruige heemst


Deze plant met helderroze bloemen, Ruige heemst (Althaea hirsuta) valt niet erg op tussen de grotere bloemen in een schraal grasland.


Bij de Heemst (en ook bij het nauwverwante Kaasjeskruid) zit de groene kelk met de roze bloemkroon als het ware op een schotelvormige bijkelk met stervormige punten. De Ruige heemst is - niet zo erg ruig - behaard.











Moeilijk om te geloven dat deze kleine roze bloem tot dezelfde familie behoort als Lindebomen. Maar de roodzwarte vuurwantsen weten het wèl, zij gaan gaan bij voorkeur zitten op planten van deze familie, of het nou de stam van een boom of een klein plantje is.


 

11 juli 2013

Slangenkruid


Een braakliggende akker vol kleur. Het blauw zijn grote groepen Slangenkruid (Echium vulgare). Een 'onkruid' dat bijna overal groeit, op braakliggend land, stortplaatsen, wegbermen, zelfs in de groentetuin.


Als het mooie zomerweer zich ontwikkeld tot een periode van droogte gaat het Slangenkruid niet dood maar blijft bloeien. Het is geen probleem om een paar takken te plukken voor in een vaas, daar blijven ze prima goed.













Zoals de naam al zegt zijn bij de planten van de Ruwbladigenfamilie de bladeren en stengels ruw behaard. Het slangenkruid heeft roodachtige harde haren.



31 mei 2013

Vliegenorchis


Nog een plant die opgaat in zijn oimgeving. De Vliegenorchis (Ophrys insectifera) is een orchidee met kleine bruine bloempjes die vaak onopgemerkt blijft. Hij groeit in open bos op arme droge grond, op een open plek tussen de eiken en jeneverbessen.






















Desondanks weten sommige insecten hem te vinden. De bloemen lijken op vliegen of bijen, zelfds de antennes ontbreken niet. En ze verspreiden geuren die lijken op de feromonen van bepaalde bijen.


'Rondzadige lathyrus'


De heftige regen van deze meimaand heeft het gras laten groeien. De 'Rondzadige lathyrus' (Lathyrus sphaericus, geen Nederlandse naam gevonden) is nog beter dan gewoonlijk verstopt tussen de hoge halmen. Ondanks de fluo-oranje kleur van de kleine bloemen moet je zoeken om de plant te vinden, hij is klein en de langgerekte twijgen en bladeren maken dat hij niet opvalt in de omringende vegetatie.



De 'Rondzadige lathyrus' groeit in kalkrijk grasland waar de boer niet al te veel kunstmest heeft gestrooid, en ook wel in verlaten landjes.


1 mei 2013

Ruw vergeet-mij-nietje


Naast de Kalkhoornbloem groeien andere plantjes, ook eenjarigen, ook met een korte levenscyclus, ook massaal. Het Ruw vergeet-mij-nietje (Myosotis ramosissima) is het kleinste van alle Vergeet-mij-nietjes, vaak worden de planten niet hoger dan vijf centimeter.




30 april 2013

Kalkhoornbloem


In droog grasland is altijd wel een plek waar geen gras groeit. Maar de Kalkhoornbloem (Cerastium brachypetalum groeit er wel, massaal. Het is een eenjarige plant met een korte levenscyclus, in een  of twee weken zullen de groene spruiten op de foto alweer geel worden en sterven.





20 april 2013

Gele anemoon


Nòg een anemoon. Behalve wat betreft de kleur lijkt hij erg op de Bosanemoon, maar dan wat groter, en hij bloeit ook wat later. De Gele anemoon (Anemone ranunculoides) houdt van niet te droge bossen.






















Het is niet gemakkelijk er eentje te vinden want het is een zeldzame plant in deze streek. Hier een exemplaar aan de oever van een beek, op de achtergrond spiegelt het blauw van de lucht in het water. De steunbladen zijn goed te zien.


Bosanemoon


Vanaf begin april bedekken witte bloempjes de bodem in het bos. De Bosanemoon (Anemone nemorosa) bloeit massaal. Het is een plant die het liefst groeit op lichtzure grond in loofbos.


Hier zoeken kleine insecten naar voedsel onder de talrijke gele meeldraden.



Bij de Anemonen draagt elke stengel een bloem, met lager aan de steel een krans van steunbladen. De vorm van de bladeren en bloemen doet enigszins denken aan een Boterbloem. Ja, dat is de zelfde familie van Ranonkels.




19 april 2013

Slanke sleutelbloem


Sleutelbloemen groeien overal maar de Slanke sleutelbloem (Primula eliator) is wat minder algemeen dan de andere. Soms is de plant, met lichtgele bloemen op hoge stelen, te vinden aan de oever van een beek onder de bomen.
 




28 maart 2013

Muurleeuwebek


Als het weer meezit heeft hij bijna het hele jaar door bloemen, maar nu is de Muurleeuwebek (Cymbalaria muralis) in volle bloei. Hij wortelt in de spleten van een rots, of tussen de stenen van een oude muur of een ander verticaal vlak, het liefst niet te ver van water.


Hier groeit hij op een rots vlak boven een plek waar wat water wegsijpelt maar hij is ook te vinden boven een oude wasplaats, naast een watermolen of bij een andere ommuurde waterloop.














De kleine lila bloepmpjes, met op de onderlip twee gele bultjes, zijn onmiskenbaar, net zoals het klimopachtige blad.

 

22 maart 2013

Wit viooltje


Dit is hèt seizoen voor de kleine voorjaarsviooltjes. Meestal zijn ze blauw, maar soms staan er witte tussen. Ja, het gebeurt dat een Maarts viooltje (zie ook Voorjaarsviooltjes) witte bloemen heeft in plaats van blauwe.


Maar het plantje hier groeit op droge lemige grond, midden op een weinig betreden pad in een haagbeuken-eikenbos. Typisch een omgeving voor een andere soort, het Witte viooltje (Viola alba). Ook kleine details in de morfologie van de plant maken duidelijk dat het een aparte soort is. Maar om die te zien is een loep nodig.









Twee meter verderop op hetzelfde pad groeit een variant van het Witte viooltje met donkerder bladeren en een purperen spoor. Laten we deze "Donkerbladig viooltje" (Viola alba ssp scotophylla) noemen. Op de voorgrond zijn nog een paar bladeren met paarse nerven van het vorig jaar te zien. Onder de bloem ontvouwen zich de nieuwe blaadjes.


8 februari 2013

Overstroming


De hevige regenval van deze winter maakt dat alle beekjes buiten hun oevers treden. Een klein dal in het bos staat blank.


Deze nieuwe bladeren, wit gevlekt, zijn van de Italiaanse aronskelk (Arum italicum). Een zonnestraal tekent lichtstrepen op het wateroppervlak.















Ook dit Sneeuwklokje (Galanthus nivalis) staat onder water. Als het water over een paar dagen of weken verdwijnt groeien de planten gewoon door. Geen probleem!


7 februari 2013

Stengelloze sleutelbloem


De eerste van dit jaar! In Trémolat, op een beboste helling. De Stengelloze sleutelbloem (Primula vulgaris) is er vroeg bij dit jaar.




31 januari 2013

Paarse dovenetel


In bloei in januari: de Paarse dovenetel (Lamium purpureum). Dit kleine eenjarige plantje groeit in moestuinen en in afgeoogste maisvelden.


Of in een houtstapel, zoals hier.















 



Of naast een berg stenen.


















De planten van de Lipbloemenfamilie hebben allemaal een vierkantige stengel, tegenoverstaande bladen en bloemen met een gevlekte onderlip.

4 januari 2013

Gulden sleutelbloem


Tussen de dode bladeren van de Haagbeuk (Carpinus betulus)...


...in zes weken bloeit de Gulden Sleutelbloem (Primula veris)!