Amandelwolfsmelk (Euphorbia amygdaloides) groeit in bossen en begint te bloeien lang voor er bladeren aan de bomen komen.

Wolfsmelken, tenminste de soorten die in Frankrijk voorkomen, hebben een aantal trekken gemeen. Bij het breken van een blad of twijg komt dik wit melksap vrij. En de meeste Wolfsmelken hebben trossen of schermen van geelgroene bloeiwijzen.

Amandelwolfsmelk is geen uitzondering.

Een 'bloem' in detail. Ronde structuren vormen een soort schotel onder een vreemde machinerie. De twee geelgroene halfcirkels die het instrumentarium omgeven zijn geen bloemblaadjes, die heeft de Wolfsmelk niet, maar schutbladen. En het rode bolletje is een onrijpe vrucht, de stempelresten zijn nog zichtbaar als twee groene steeltjes. Links en rechts van de vrucht, onder twee lichtgroene halve manen, beginnen nieuwe 'bloemen' zich te openen. En de halve manen? Dat zijn klieren die nectar bevatten. Bovenop dit alles bevinden zich een paar meeldraden met stuifmeel.

De blauwgroene, soms wat rood aangelopen bladeren lijken tot een andere plantensoort te behoren.

En als eindelijk de bomen nieuwe blaadjes maken, houdt de Amandelwolfsmelk niet direct op met bloeien.