Een muur van distels in deze stenige akker. De boer heeft alle hoop opgegeven nog iets te kunnen oogsten dit jaar; de mais die hij heeft gezaaid is nauwelijks ontkiemd. Het was te droog en te heet. En aan onkruidbestrijding heeft hij zo te zien ook niet gedaan.
Des te beter voor de Wollige saffloer (Carthamus lanatus). Men vindt hem niet vaak in dergelijke hoeveelheden, in feite vindt men hem bijna nooit, hij is erg zeldzaam geworden. De distels lijken bijna dood maar dat is maar schijn. Ze passen zich aan de droogte aan, alleen het bovenste deel van de planten is nog groen.
Niettemin, in een andere akker waar het graan afgeoogst is, groeien ook een paar exemplaren. Hier zijn nog wat gele bloemen te zien. De Wollige saffloer is veeleer stekelig, de bladeren en schutbladeren zijn hard en voorzien van scherpe punten, er is niets wolligs en zachts aan.
De zaden zijn tamelijk groot en voorzien van een kroon van schubben.
Er zijn er heel veel in dit stenige veld. Worden het nieuwe planten volgend voorjaar of eten de muizen alles op?